Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Dag 3
Thema 8: Technologie
Dag 3
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
ISK
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 8: Technologie
Dag 3
Slide 1 - Tekstslide
De woorden van vandaag:
iedereen
iemand
de informatie
kosten
leven
links
linksaf
maken
Slide 2 - Tekstslide
18. iedereen
alle mensen
zin:
Iedereen
mag meedoen.
zin:
Iedereen
kijkt naar de tv.
zin:
De hond blaft naar
iedereen
.
Slide 3 - Tekstslide
19. iemand
een persoon zonder dat je weet wie
wie? je weet geen naam
zin:
Ik zie daar
iemand
lopen.
zin:
Iemand
doet de deur open.
Slide 4 - Tekstslide
20. de informatie
de gegevens over een onderwerp waardoor je iets meer weet
je vraagt of zoekt
zin:
Ik zoek
informatie
op internet.
zin:
Deze
informatie
heb ik gisteren gehoord.
Slide 5 - Tekstslide
21. kosten
voor een bepaald bedrag te koop zijn
hoeveel moet je betalen
werkwoord
het kost - de appels kost
en
zin:
Die jas
kost
25 euro.
zin:
Wat
kosten
die appels?
Slide 6 - Tekstslide
22. leven
periode tussen de geboorte en de dood
mens, dier, plant
werkwoord
ik leef - wij le
ven
zin:
Ik
leef
in vrijheid.
Slide 7 - Tekstslide
23. links
wat aan de kant is waar ook je hart zit
zin:
Ik schrijf met
links.
zin:
Mijn buurman zit
links
van mij.
zin:
Ik kijk naar
links
.
Slide 8 - Tekstslide
24. linksaf
in de richting van links
naar links
zin:
Hij gaat bij het stoplicht
linksaf.
zin:
Bij dit bord moet je
linksaf.
Slide 9 - Tekstslide
25. maken
zorgen dat iets ontstaat
in elkaar zetten
repareren
werkwoord
zin:
Hij heeft lekkere soep
gemaakt
.
zin:
Mijn fiets is kapot. Ik hoop dat ze hem kunnen
maken
Slide 10 - Tekstslide
Welk woord staat hier?
eiedrene
18
A
eendrein
B
neederin
C
derienee
D
iedereen
Slide 11 - Quizvraag
Ik heb iemand gezien.
Ik heb iemand gehoord.
Ik ruik iemand. Ik voel iemand.
Wie is iemand?
19
A
een dier
B
een ding
C
een persoon
D
een boom
Slide 12 - Quizvraag
Wie geeft jou informatie?
(meer antwoorden mogelijk
20
A
je docent
B
je hond
C
je vriend
D
het internet
Slide 13 - Quizvraag
Goed of fout?
1) Het kost maar 1 euro.
2) Het kind kost 5 euro.
3) Mijn jas kosten 100 euro.
4) Hoeveel euro kots deze broek?
21
A
goed, goed, goed, fout
B
goed, fout, goed, goed
C
goed, fout, fout, fout
D
goed, goed, fout, fout
Slide 14 - Quizvraag
23
Wie zit links van jou?
Slide 15 - Woordweb
Tegenovergestelde van rechtsaf is?
24
A
rechtdoor
B
rechts
C
linksaf
D
achter
Slide 16 - Quizvraag
Mijn fiets is kapot. Mijn broer wil hem voor mij ...........
25
A
weggooien
B
maken
C
verven
D
zwemmen
Slide 17 - Quizvraag
Linksaf gaan betekent..............
24
A
dat je naar de linker richting gaat.
B
dat je niet rechtsaf gaat.
Slide 18 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Dag 5
Oktober 2023
- Les met
10 slides
NT2
ISK
Dag 5
September 2024
- Les met
10 slides
NT2
ISK
Dag 4 - Thema 9 - roze
November 2023
- Les met
14 slides
Dag 4 - Thema 9 - roze
Maart 2024
- Les met
14 slides
WOORDENSCHAT DAG 5 - Technologie - Rose
September 2023
- Les met
12 slides
ISK
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Dag 6
September 2024
- Les met
11 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 6
Oktober 2023
- Les met
11 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 6
Maart 2024
- Les met
11 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1