Hfdst 6: Paragraaf 1: leven tussen verschillende culturen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom in de les

Een pen gepakt

In je tas

Op de grond

Aandacht!!!

Hoofdstuk 6: Pluriforme samenleving

Paragraaf 1: blz. 86 & 87

Wat gaan we doen

Gezamenlijk: 

Deel toets bespreken

Uitleg paragraaf 1: Leven tussen verschillende culturen. 

Individueel:

Maken werkboek 

Gezamenlijk:

Afsluiting

Thema pluriforme samenleving 

paragraaf 1: Leven tussen verschillende culturen 

Leerdoelen: 

• Aan het einde van de les kan je benoemen wat de dominante  cultuur is.

• Aan het einde van de les kan je voorbeelden geven van    subculturen.
  

Wat is cultuur?

- normen

- waarden

- gewoonten

Wat is cultuur?

'Alle normen, waarden en gewoonten die mensen in een bepaalde groep.'  

Dominante cultuur

De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land. 

Nederlandse cultuur. 

Subcultuur

Is de cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.

Soorten subculturen:

• geloof
  
• muziek
  
• werk
  
• politiek
  
• woonplaats
  
• migratie-achtergrond (etnische subculturen)
  

Etnische subculturen

Migratie achtergrond van jou,  je ouders of overgrootouders. Zoals Marokkaans, Turks, Surinaams of Pools.

ZELFSTANDIG

WAT:

Maken(online) werkboek paragraaf 6.1

HOE:

15 minuten 

TIJD: de timer laat het je zien!

zelfstandig, praten op fluistertoon

www.2doc.nl

Leerdoelen

- Aan het einde van de les kan je benoemen wat de dominante cultuur is

- Aan het einde van de les kan je voorbeelden geven van subculturen

Wat is de definitie van cultuur?

De dominante cultuur in een land is:

1. De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land
2. De cultuur in een land die overheerst
3. Alle subculturen bij elkaar
4. Alles wat normaal is in een land

Dominante cultuur

Subcultuur

Leg in je eigen woorden uit wat een subcultuur is

Zijn hippies een subcultuur?

1. Ja
2. Nee

Benoem minimaal twee subculturen

Bedenk in welke subcultuur je zelf behoort en benoem hierbij waarom.

Wat vond je van de les? Wat zijn verbeterpunten.