In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Staal - taal
Noodweer les 6
groep 5
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Lees deze tekst: 'Het motregent een groot deel van de dag. De middagtemperatuur is 18 graden. De wind is matig en waait uit het zuidwesten.' Wie zegt dit?
A
de boer
B
de buurvrouw
C
een klasgenootje
D
de weerman
Slide 4 - Quizvraag
Aan welke woorden in de zin zag je dat?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Je hebt tekst 1 gelezen. Welk weer past bij de berichten uit de tekst?
A
Het motregent de hele dag
B
Er vallen zware buien
C
Soms regent het en soms schijnt de zon
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
De stratenmaker
De tuinman
De weerman
Er valt de hele dag extreem veel neerslag
Wat een rotweer! Ik ben kletsnat.
Wat een groeizaam weer.
Slide 9 - Sleepvraag
'Het blijft gemeen koud!'
Wat betekent dat?
A
Dat de vorst nog niet voorbij is.
B
Dat het ijs heel erg glad is.
C
Dat de ijsschotsen erg scherp zijn.
Slide 10 - Quizvraag
Er zijn nog veel meer manieren om te zeggen dat het koud is. Welke hoort er niet bij?