Spelling H1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Spelling

Spelling
(wat hoort erbij?)

Spelling

• Hoofdletters
• Leestekens
• Laatste letter -d of -t
• Meervoud op -en
• Meervoud op -s
• Bijvoeglijk naamwoord

Waar komen er allemaal hoofdletters te staan?

Hoofdletters

1. Aan het begin van een zin
2. Bij namen
3. Bij woorden die van namen zijn afgeleid

Niet bij:

dagen, maanden, seizoenen en windstreken

Wanneer gebruik je een dubbele punt?

1. Tussen de delen van een opsomming
2. Voor voegwoorden (maar, doordat)
3. Tussen twee persoonsvormen
4. Voor een toelichting of aankondiging (bijv. opsomming of citaat)

Leestekens

Punt: aan het einde van een gewone zin

Vraagteken: aan het einde van een vraag

Uitroepteken: aan het einde van een zin om extra nadruk te geven

Komma:

• Tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en)
• Tussen twee persoonsvormen
• Na een naam of een uitroep aan het begin van een zin
• Voor een naam of een uitroep aan het einde van een zin
• Voor voegwoorden (maar, omdat, tenzij, want etc.)

Leestekens vervolg

Dubbele punt: voor een toelichting of aankondiging (van bijvoorbeeld een opsomming of citaat)

Aanhalingstekens: Voor en na een citaat

Wanneer krijgt een werkwoord (een niet pv) een -d en wanneer een -t?

1. Als je het woord langer maakt en je hoort een -d,dan een -d (en bij t hetzelfde).
2. Als het woord op een klinker eindigt, dan een -t.
3. Maakt niet uit, je mag gewoon doen wat je zelf wil
4. 't ex kofschip. Zit de laatste letter van de stam erin: dan een -t.

-d of -t? Bij niet pv.

Langer maken --> hoor je een -d, dan een d. Hoor je een -t, dan een t.

OF

't ex kofschip, zit de laatste letter van de stam erin. Dan een -t.

Goede meervouden

Foute meervouden

zeeën

ponys

babies

perziken

boefen

boefjes

Meervouden

Meervoud op -en:

- -en achter een woord.

- Soms een letter verdubbelen (hok - hokken).

- Soms een a, e, o of u weghalen (been - benen)

- Soms van een -f een -v maken (boef - boeven)

- Soms van een -s een -z maken (huis - huizen)

- woorden op -ee krijgen meervoud met -ën (zee - zeeën)

- woorden op -ie krijgen meervoud met -ën of -n (knie - knieën,  bacterie - bacterieën)

Meervoud vervolg

Meervoud op -s:

- een -s achter het woord zetten (kijkers)

- bij -a, -o, -u, -i of -y krijg je 's (pony's, baby's)

- bij afkortingen krijg je 's (wc's)

Let op: cadeaus, displays.

Bijvoeglijk naamwoord

• Bij een lange vorm een - e achter het woord zetten.
• Soms een letter verdubbelen (stil - stille)
• Soms een a, e, o of u weghalen (duur, dure)
• Soms van een -f een -v maken (lief, lieve)
• Soms van een -s een -z maken (boos, boze)

Aan het werk

Opdracht 2 t/m 5

Opdracht 2 en 3: alleen woord 1 t/m 5 en 15 t/m 20

Huiswerk voor maandag:

Opdracht 7, 8 en 9 van spelling