Practicum zeep

Practicum zeep
We weten dat met een schoonmaakmiddel van alles is schoon te maken. Maar dat is niet het enige waar een schoonmaakmiddel invloed op heeft.
Zeep bijvoorbeeld kan op nog meer dingen een werking hebben, zoals op de volgende slide waar een schaatsenrijdertje te zien is. Het schaatsenrijdertje kan over het water lopen. Als je goed kijkt lijkt het net of het oppervlak van het water (de bovenkant) een vliesje vormt waarover het schaatsenrijdertje loopt.
Het blijkt dat als het water te veel vervuild is of als er zeep in het water zit, dit niet meer lukt. Hoe kan dat? Dat gaan we in deze paragraaf onder andere onderzoeken.

Om deze vraag te beantwoorden doen wij allereerst enige proefjes. Voer die voorzichtig uit en beschrijf in deze lessonup wat er gebeurt.

Voor dit practicum heb je nodig:
Water, punaises, glas, muntstuk, zeep (liefst afwasmiddel), papier, schaar, pipet (of tandenstoker), potlood, bord, boter

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Practicum zeep
We weten dat met een schoonmaakmiddel van alles is schoon te maken. Maar dat is niet het enige waar een schoonmaakmiddel invloed op heeft.
Zeep bijvoorbeeld kan op nog meer dingen een werking hebben, zoals op de volgende slide waar een schaatsenrijdertje te zien is. Het schaatsenrijdertje kan over het water lopen. Als je goed kijkt lijkt het net of het oppervlak van het water (de bovenkant) een vliesje vormt waarover het schaatsenrijdertje loopt.
Het blijkt dat als het water te veel vervuild is of als er zeep in het water zit, dit niet meer lukt. Hoe kan dat? Dat gaan we in deze paragraaf onder andere onderzoeken.

Om deze vraag te beantwoorden doen wij allereerst enige proefjes. Voer die voorzichtig uit en beschrijf in deze lessonup wat er gebeurt.

Voor dit practicum heb je nodig:
Water, punaises, glas, muntstuk, zeep (liefst afwasmiddel), papier, schaar, pipet (of tandenstoker), potlood, bord, boter

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is je naam en in welke klas zit je?

Slide 3 - Open vraag

Proef 1:
- Leg drie punaises met hun brede kant naar beneden voorzichtig op het water dat je in een glas hebt gedaan.
- Doe nu hetzelfde alleen dan met een water/zeep oplossing.
Noteer hieronder je waarnemingen

Slide 4 - Open vraag

Proef 2:
- Probeer met een pipet zoveel mogelijk waterdruppels op een 5-cents stuk te krijgen. Heb je geen pipet? probeer dan met een tandenstoker druppels naar je muntstuk over te brengen
Hoeveel druppels kon je overbrengen? Beschrijf wat je zag.

Slide 5 - Open vraag

Knip uit een papiertje een "bootje" zoals hierboven afgebeeld. Deze heb je nodig bij de volgende proef

Slide 6 - Tekstslide

leg het bootje in het water. Doop een potloodpunt in afwasmiddel en vervolgens in het rondje achterin het bootje.
Omschrijf wat je ziet gebeuren

Slide 7 - Open vraag

Smeer vet op een bord
Pak een klein beetje boter en smeer dit over een (schoon) bord.

Je hebt nu een bord met een klein dun laagje boter. Gebruik deze voor de volgende proef. 

Slide 8 - Tekstslide

Laat met een pipet een of twee druppels water vallen op het ingevette bord
Doe nu hetzelfde alleen dan met een water/zeep oplossing.
Noteer je waarnemingen en verklaar de proef met het “bootje” aan de hand van een beschrijving of tekening.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit waarom de punaises wel op een laagje water blijven liggen, maar niet op een mengsel van water/zeep

Slide 12 - Open vraag

Leg uit waarom een waterdruppel met zeep uitvloeit.

Slide 13 - Open vraag

Verklaar waarom een schaatsenrijdertje wel op water kan lopen maar niet op water waarin zeep is opgelost.

Slide 14 - Open vraag