Werkwoordspelling OOD

Je leert hoe je werkwoorden spelt.
Planning
  • Korte introductie
  • Veelvoorkomende fouten
  • Werkwoordstijden en vervoegingen
  • Opdracht
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Je leert hoe je werkwoorden spelt.
Planning
  • Korte introductie
  • Veelvoorkomende fouten
  • Werkwoordstijden en vervoegingen
  • Opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Wat zorgt ervoor dat je soms twijfelt over werkwoordspelling?

Slide 2 - Open vraag

Veelvoorkomende fouten
  • Gebeurd/gebeurt
  •  Word/wordt
  • Belande/belandde

Slide 3 - Tekstslide

Eerst even dit...
In een correcte zin gaan het onderwerp en de persoonsvorm altijd hand in hand: de persoonsvorm past zich aan het onderwerp aan in getal en persoon.

 Social mediaworden / veel / gebruikt / door jongeren.

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm t.t.
ik                                             ik-vorm
jij, je*                                     ik-vorm + t
hij, zij, het                            ik-vorm + t
-------------
wij, zij, jullie                        infinitief
u                                              ik-vorm + t

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm t.t.
Bij het schrijven van een tekst in de tegenwoordige tijd, is het handig om het woord 'lopen' als hulpmiddel te gebruiken.

Jan (worden) iedere dag opgehaald door zijn moeder.
Jan loopt ... 
Dus: Jan wordt iedere dag opgehaald door zijn moeder.

Slide 6 - Tekstslide

Oefeningen
Je ziet op de volgende pagina's steeds een werkwoord dat je in de tegenwoordige tijd moet vervoegen. Probeer dat te doen met behulp van het woordje 'lopen'.

Het (gebeuren) dagelijks dat hij zijn huiswerk vergeet.
Het loopt ...

Slide 7 - Tekstslide

Binnenkort [belanden] Jens door zijn gedrag nog een keer op de gang.

Slide 8 - Open vraag

Als je niet oplet, [bieden] de buurman straks meer voor dat huis.

Slide 9 - Open vraag

Het kind [beantwoorden] de vraag met een lach.

Slide 10 - Open vraag

[Worden] je volgende week geopereerd aan je been?

Slide 11 - Open vraag

[Worden] je zusje iedere dag met de taxi naar school gebracht?

Slide 12 - Open vraag

Het [gebeuren] de laatste tijd vaak dat hij zijn materiaal vergeet.

Slide 13 - Open vraag

Persoonsvorm v.t.
't exkofschip

1. Bepaal de stam
2. Bepaal het onderwerp
3. Controle stamletter
4. Stamletter in 't exkofschip? +te/ten
5. Stamletter niet in 't exkofschip? +de/den

Slide 14 - Tekstslide

Persoonsvorm v.t.
De enige opties zijn dus stam + te/ten of +de/den

Gooidden kan dus nooit!
Belandden kan wel!

Waarom? Omdat +dden geen manier van vervoegen is.

Slide 15 - Tekstslide

Let op
Vervoeg altijd op de originele stam en niet op de ik-vorm.

Geloven / gelov / geloof ... 


Slide 16 - Tekstslide

Persoonsvorm v.t.
Je ziet op de volgende pagina's steeds een werkwoord dat je in de verleden tijd moet vervoegen.

Slide 17 - Tekstslide

Tijdens de vierdaagse in 1966 [wandelen] er duizenden mensen mee.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen uit H3C [bereiden] zich ontzettend goed voor op de toetsweek van vorige periode.

Slide 19 - Open vraag

Vorige week [melden] ik de situatie aan de directie, die deze zeer serieus nam.

Slide 20 - Open vraag

De wegwerkers [strooien] vorige week in de vroege ochtend zout over de binnenwegen.

Slide 21 - Open vraag

Voltooid deelwoord
De persoonsvorm is altijd al geschreven. Daarna volgt het voltooid deelwoord. De uitgang bepaal je op dezelfde manier als de persoonsvorm in de verleden tijd ('t exkofschip).

Je kan de uitgang van het voltooid deelwoord ook bepalen door het woord langer te maken (gebeurd/gebeurde/gewandeld/gewandelde).

Soms uitgang -en: Ik heb het antwoord geraden.

Slide 22 - Tekstslide

Voltooid deelwoord


Wij hebben vorige week een vakantie naar Spanje geboekt.
            pv                                                                                              vdw




Slide 23 - Tekstslide

Gebeurt/gebeurd
Het gebeurt regelmatig dat hij zijn spullen vergeet.
             pv


Het is regelmatig gebeurd dat hij zijn spullen vergeet.
        pv                             vdw

Slide 24 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Je ziet op de volgende pagina's steeds een werkwoord dat je in de voltooide tijd moet vervoegen.

Slide 25 - Tekstslide

Hij heeft de e-mail van vorige week nog niet [beantwoorden].

Slide 26 - Open vraag

De afspraak is door de secretaresse [bevestigen].

Slide 27 - Open vraag

De boom in de tuin van mijn opa is door mijn neefje en nichtje [planten].

Slide 28 - Open vraag

Vind jij de fouten in de tekst?
Beste meneer Venendaal,

Ik hoop dat u mij kunt helpen met een vraag over de lesstof. Bij de uitleg vorige week zei u dat je breuken niet altijd vereenvoudigd, maar ik snap niet precies wat u bedoeld. Kunt u dat nog een keer uitleggen? Ook heb ik moeite met opdracht 3. We behandelde deze opdracht vorige week dinsdag. Mevrouw Pronk en u vertelde dat deze stof ook in de toets komt.

Met vriendelijke groet,

Mark van de Pol
H2A

Slide 29 - Tekstslide

Ik weet nu hoe ik werkwoorden spel.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Afronding
  • Persoonsvorm t.t.
  • Persoonsvorm v.t.
  • Voltooid deelwoord 

Slide 31 - Tekstslide