§2.1 De stad in 2050 deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

H2: Nederland in 2050

par. 2.2: De stad in 2050 

Ga op je plek zitten

doe je telefoon in de telefoontas,

Laptop dicht op tafel

schrift en pen op tafel

Leerdoelen:

- dat er tot 2050 vooral in de steden veel 

nieuwe woningen nodig zijn en waardoor

dit komt

- welke keuzes en maatregelen nodig zijn om steden te vernieuwen, te verduurzamen en voor iedereen toegankelijk te houden

Duurzame steden

Doordat de bevolking in de stad groeit  is er meer:

• Afval
• Verkeer 
• Energieverbruik

Om het leefbaar te houden, moeten in 2050 alle Nederlandse steden duurzame steden zijn. 

Duurzame steden

3. Vergroening van de stad

Vergroening van de stad leidt tot: 

• Betere leefbaarheid 
• Minder hittestress:  groen brengt verkoeling 
• Minder wateroverlast:  groen vangt tijdelijk water op

2. Flexibele gebouwen

Flexibele gebouwen:

• Groter of kleinerkunnen maken
•  Veranderen in kantoren 
•  Voorkomen leegstand: 

-zonde van de schaarse ruimte  

-zonde van de bouwmaterialen

1. Duurzame gebouwen

Duurzame gebouwen:

• Herbruikbaar bouwmaterialen 
• Isolatie 
• Klimaatneutrale gebouwen
• Energieleverende gebouwen: zonnepanelen en windmolens op het dak

(on)Betaalbare steden

Grote vraag + beperkt aanbod van woningen in de stad = hoge huizenprijzen.

• Gevolg 1:  Veel hoogbouw

• Gevolg 2: Hoe dichter bij de binnenstad, hoe hoger de grondprijs.

• Gevolg 3: Hoe verder van de binnenstad, hoe lager de woningdichtheid.

(on)Betaalbare steden

Terugkeren naar de stad: Jonge hoogopgeleide mensen, alleen of samenwonend zonder kinderen, hoog inkomen           re-urbanisatie.

Wonen in binnenstad en omliggende wijken

• knappen huizen op
• huizen stijgen in waarde 
• oorspronkelijke bewoners moeten verhuizen            gentrificatie. 

lage inkomens

Mensen met lage en gemiddelde inkomens verlaten de stad: 

• kunnen de huizen niet betalen 
• niet voldoende sociale huurwoningen voor de meest kwetsbaren 
• vooral gezinnen en starters trekken weg 

Aan de slag!

- Lezen: par. 2.2 A

- Maken: par. 2.2 B: alle opdrachten

Klaar?:

- Nakijken par. 2.1 en par. 2.2 B