Hoofdstuk 4 les 1 opdracht 1 t/m 3

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

hoofdstuk 4 - schrijven

In dit hoofdstuk ga je oefenen met schrijven en ga je een e-mail en twee korte briefjes schrijven. 

opdracht 1

Luister naar de Engelse woorden 

Schrijf ze in het Engels op. 

Opdracht 2

Lees de zin

Bedenk hoe je de Nederlandse woorden in het Engels schrijft

Maak de zin af in het Engels

It is (kwart voor zes)_____

See you (over vier weken)_____

I (heb een afspraak)_____ on Friday, June 16.

Harry (kan niet werken) _____ today. He is ill

Susan (heeft nieuwe schoenen gekocht) _______ last week.

There are (verse groenten in de koelkast) ______

Opdracht 3

je hebt een baantje in een kledingwinkel.

Je stuurt een e-mail naar je mager, meneer Edwards. 

Lees de Nederlandse zinnen. 

Bedenk hoe je deze zinnen in het Engels schrijft. 

Schrijf de zinnen in het Engels op. 

Hoe gaat het?

Ik heb een probleem.

Ik werk altijd op vrijdag.

Mijn moeder is ziek.

Wij hebben een afspraak in het ziekenhuis. Het is op vrijdag om 11 uur.

De afspraak is heel belangrijk.

Dus ik kan niet werken op vrijdagmorgen. Sorry.

Maar ik kan 's middags werken. Ik kan starten om half twee.

Is dat OK?

Tot ziens! [je naam]