Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Chapter 3 Lesson 3
Chapter 3 - Lesson 1
Chapter 3
Lesson 3
Showbizz
1 / 43
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
43 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
80 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Chapter 3 - Lesson 1
Chapter 3
Lesson 3
Showbizz
Slide 1 - Tekstslide
Vocabulary - worksheet
E Writing & Grammar - p. 148
Los Angeles Laptop assignment
Today's Lesson
Slide 2 - Tekstslide
Grammar 5: adjectives
Slide 3 - Tekstslide
Wat betekent 'adjectives' in het Nederlands?
A
werkwoorden
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
bijwoorden
D
zelfstandige naamwoorden
Slide 4 - Quizvraag
Noem eens een voorbeeld van een Engels bijvoeglijk naamwoord.
Slide 5 - Open vraag
Adjectives
Bijvoeglijke naamwoorden.
Beschrijven zelfstandige naamwoorden en staan ook meestal voor het zelfstandig naamwoord.
a
nice
house
a
sharp
knife
a
cold
winter
Slide 6 - Tekstslide
Adjectives
Een Engelse bevestigende zin heeft een vaste woordvolgorde:
wie - doet - wat - waar - wanneer
He watched a film on television last weekend.
Een bijvoeglijk naamwoord geeft meer info over het zelfstandig nw.
Slide 7 - Tekstslide
Waar zet je 'funny' in deze zin?
He watched a film on television last weekend.
Slide 8 - Open vraag
Adjectives
Meestal staat een bijvoeglijk naamwoord
voor
het zelfstandig naamwoord dat het omschrijft.
Een bijvoeglijk naamwoord kun je ook
achter bepaalde werkwoorden
zetten. De volgende dia geeft aan bij welke wwen je dit mag doen.
Slide 9 - Tekstslide
Adjectives
Een bijvoeglijk naamwoord kun je ook achter bepaalde werkwoorden zetten:
- to be (am/is/are/was/were)
- to look
- to appear
- to seem
Slide 10 - Tekstslide
Adjectives
- to be (am/are/is/was/were)
The knife is
sharp
.
- to look (looks/looked)
They look
silly
in those hats.
Slide 11 - Tekstslide
Adjectives
- to appear (appears/appeared)
She appeared
friendly
after I met her.
- to seem (seems/seemed)
She seems
interested
in politics.
Slide 12 - Tekstslide
Vul het woord 'beautiful' in.
She sang a song.
Slide 13 - Open vraag
Put the words in the correct order:
in Spain - this - bag - leather - bought - I - last summer
Slide 14 - Open vraag
Now, get to work!
Do exercises 29 up to 32 in your book - p. 148
Done? Go to slim stampen en practice grammar 5
timer
15:00
Slide 15 - Tekstslide
Vocabulary - worksheet
E Writing & Grammar - p. 148
Los Angeles Laptop assignment
Today's Lesson
Slide 16 - Tekstslide
Los Angeles
Slide 17 - Tekstslide
Los Angeles
Reading about Los Angeles, Page 153.
What do you think about when I say Los Angeles?
7 words - 2 min
Learning about Los Angeles
timer
2:00
Slide 18 - Tekstslide
Your 7 words about Los Angeles?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Los Angeles
Handing out the Laptop assignment. Work in Pairs (person next to you)
Done? Slim Stampen Chapter 3 or Readtheory.org
Checking the answers of the assignment on Los Angeles.
What have you learned about LA this class?
Slide 24 - Tekstslide
Homework English
Monday 16th of December
DO
Exercises 29 up to 32 - p. 148
STUDY
Theme words + Vocab A/C
Slide 25 - Tekstslide
D Speaking & Stones - p. 144
Go to page 144 in your book
Do exercise 22a - Translate stone 7
Do exercise 23a/b/c - Translate stone 8
Do exercise 26c
Ready? Slim Stampen: Vocabulary A + B or readtheory.org
timer
20:00
Slide 26 - Tekstslide
What do you think
ghostwriting is?
Slide 27 - Woordweb
Which of the following texts do you think is least likely to be written by a ghostwritter?
(biographical) books
Music
Sinterklaas poems
social media texts
love letters
Song lyrics
Slide 28 - Poll
C Reading - page 140
Let's take a look at the strategy first!
More about linking words, we have already
practiced with that. You see the linking words underlined
in the text. Try to find out the function of the linking words
while we read the text.
Then: Do exercise 18c/d and 20
timer
10:00
Slide 29 - Tekstslide
Readtheory.org - 10 minutes
Vocabulary
After reading, you can put your laptop away :)
B Theme words - Check 11 t/m 16
p. 136
D Speaking & Stones - p. 144
C Reading - 17 t/m 20 - p. 140
Today's Lesson
Slide 30 - Tekstslide
Grammar 5: adjectives
Slide 31 - Tekstslide
Wat betekent 'adjectives' in het Nederlands?
A
werkwoorden
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
bijwoorden
D
zelfstandige naamwoorden
Slide 32 - Quizvraag
Noem eens een voorbeeld van een Engels bijvoeglijk naamwoord.
Slide 33 - Open vraag
Adjectives
Bijvoeglijke naamwoorden.
Beschrijven zelfstandige naamwoorden en staan ook meestal voor het zelfstandig naamwoord.
a
nice
house
a
sharp
knife
a
cold
winter
Slide 34 - Tekstslide
Adjectives
Een Engelse bevestigende zin heeft een vaste woordvolgorde:
wie - doet - wat - waar - wanneer
He watched a film on television last weekend.
Een bijvoeglijk naamwoord geeft meer info over het zelfstandig nw.
Slide 35 - Tekstslide
Waar zet je 'funny' in deze zin?
He watched a film on television last weekend.
Slide 36 - Open vraag
Adjectives
Meestal staat een bijvoeglijk naamwoord
voor
het zelfstandig naamwoord dat het omschrijft.
Een bijvoeglijk naamwoord kun je ook
achter bepaalde werkwoorden
zetten. De volgende dia geeft aan bij welke wwen je dit mag doen.
Slide 37 - Tekstslide
Adjectives
Een bijvoeglijk naamwoord kun je ook achter bepaalde werkwoorden zetten:
- to be
- to look
- to appear
- to seem
Slide 38 - Tekstslide
Adjectives
- to be (am/are/is/was/were)
The knife is
sharp
.
- to look (looks/looked)
They look
silly
in those hats.
Slide 39 - Tekstslide
Adjectives
- to appear (appears/appeared)
She appeared
friendly
after I met her.
- to seem (seems/seemed)
She seems
interested
in politics.
Slide 40 - Tekstslide
Vul het woord 'beautiful' in.
She sang a song.
Slide 41 - Open vraag
Put the words in the correct order:
in Spain - this - bag - leather - bought - I - last summer
Slide 42 - Open vraag
Oefeningen
Dit grammatica onderwerp kun je oefenen met behulp van slim stampen grammar 5.
Exercises 32 t/m 36 horen bij deze uitleg.
Slide 43 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammar 5: adjectives
Maart 2023
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2
Grammar 5: adjectives
April 2023
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2
Grammar 5 - adjectives (bijvoeglijk naamwoorden)
Maart 2024
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Grammar 5: adjectives
Januari 2024
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2
E Grammar
Februari 2024
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Chapter 3 Lesson 5
Maart 2022
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
2BK H.3 F
Januari 2021
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
2TH H.3 F
Januari 2021
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2