5.2 wat voor ondernemingsvorm

Welkom
Ga rustig zitten

Telefoon in de telefoontas

Spullen voor je neus

Jassen uit / eten en drinken is weg


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga rustig zitten

Telefoon in de telefoontas

Spullen voor je neus

Jassen uit / eten en drinken is weg


Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
1. Nakijken 5.1

2. uitleg 5.2

3. vragen in lessonup

4. 5.2 maken

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken 5.1
wat: nakijken opdrachten van 5.1
Hoe: antwoorden in teams.
Wie: zelfstandig
Tijd: 7 minuten

klaar? maak herhalingsopdrachten 5.1 + beginnen 5.2

Slide 3 - Tekstslide

5.2 productie sectoren
1. Primaire sector: levert voedsel/grondstoffen 
 (landbouw/visserij)
2. Secundaire sector: verwerkt de grondstoffen
(fabrieken/bouw)
3. Tertaire sector: commerciële bedrijven
(Winkels/banken)
4. Quartaire sector: geen winst maken
(onderwijs/politie etc)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

5.2
arbeidsverdeling = je doet waar je goed in bent
je hebt dan automatisch je eigen specialisatie.

Opdracht: Noem een voorbeeld van een uitvoerende baan en een leidinggevende baan.

                                                                       


Slide 9 - Tekstslide

De bakker behoort tot de productiesector:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 10 - Quizvraag

Sleep de bedrijven naar de juiste productiesector
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
School
Landbouwbedrijf
Kledingfabriek
Bank

Slide 11 - Sleepvraag

suus is manager in een lunchroom en verdeeld de taken
A
uitvoerende taak
B
Leidinggevende taak

Slide 12 - Quizvraag

vacatures
vakbonden
bedrijfstak
arbeidsvoorwaarden
cao
arbeidsovereenkomst

Slide 13 - Sleepvraag

Pietje is goed met cijfers en doet de boekhouding bij de bakker.

A
uitvoerende taak
B
leidinggevende taak

Slide 14 - Quizvraag

wat is geen arbeidsmotief?
A
dagbesteding
B
zinvol bezig zijn
C
omdat het moet
D
om je te ontwikkelen

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 6 op blz. 134 en 135

Wie: zelfstandig

Tijd: 15 min

klaar? maar 7 t/m 13 + samenvatting 5.1 + 5.2 blz. 146

Slide 16 - Tekstslide

5.2 Soorten bedrijven

Slide 17 - Tekstslide

ZZP / eenmanszaak
zelfstandige = ondernemer met eigen bedrijf. (Schilder)
dit is vaak een eenmanszaak -> kan wel personeel hebben

noemen we ook wel een zzp-er
(zelfstandige zonder personeel)

Let op: verantwoordelijk voor schulden met eigen geld.

Slide 18 - Tekstslide

Vof
Vof = vennootschap onder firma.
meerder eigenaren (vennoten / firmanten)
voordelen:
- samen meer geld inbrengen
- taken verdelen
Nadeel:
-  verantwoordelijk voor schulden met eigen geld.

Slide 19 - Tekstslide

NV
NV = Naamloze vennootschap (Phillips / Ahold)

iedereen kan aandelen kopen bij dit bedrijf.

Je krijg dan een stukje van de winst ->. Dividend

Niet aansprakelijk voor schulden


Slide 20 - Tekstslide

BV
BV = Besloten vennootschap

Niet iedereen kan zomaar aandelen kopen.

vaak een kleine groep mensen, soms 1 iemand.

zijn niet aansprakelijk voor de schulden


Slide 21 - Tekstslide

NV 
Eenmanszaak 
VOF

Slide 22 - Sleepvraag

Kies de 2 bedrijven die aansprakelijk zijn voor de schulden met eigen geld.
A
ZZP-er / eenmanszaak
B
VOF
C
NV
D
BV

Slide 23 - Quizvraag

Lees de onderstaande zinnen en geef aan of ze juist of onjuist zijn.
Juist 
Onjuist 
1) Als een BV failliet gaat, lopen de eigenaren de kans dat ze hun privégeld kwijtraken. 
2) Iedereen die dat wil, kan aandelen van een NV kopen
3) Een BV heeft gewoonlijk meer aandeelhouders dan een NV
4) Een NV kan de winst uitkeren aan de eigenaars 

Slide 24 - Sleepvraag

Een eenmanszaak kan ook personeel hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze ondernemingsvorm heeft meerdere eigenaren
A
ZZP-er
B
VOF
C
NV
D
BV

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag! 5.2
Wat: Maak opdracht 1 t/m 13 op blz. 134 t/m 136
inclusief samenvatting op blz. 146
Hoe: Gebruik je boek. (geen ipad)

Wie: Fluisterend overleggen

klaar? herhalingsopdrachten 5.1 en 5.2

Slide 27 - Tekstslide