Hoofdstuk 5.2 Rekenen met snelheid B3 les 2

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H5 : Bewegen
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 3!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de opdrachten van de voorkennis 




Jas over je stoel

Slide 2 - Tekstslide

Practicum
Welkom Kader-3 
Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur
Je hebt straks je laptop nodig                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Tekstslide

H5: Bewegen
Introductie
  • 5.1 Snelheid
  • 5.2 Rekenen met snelheid
  • 5.3 Soorten bewegingen
  • 5.4 Afstand-tijddiagram
  • 5.5 Snelheid-tijddiagram

Slide 5 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Huiswerk-controle
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Maak opdracht: van paragraaf 5.1 snelheid:
 opdracht 1 t/m 10

Slide 7 - Tekstslide

Terugblik
  1. Je kunt uitleggen wat snelheid is.
  2. Je kunt twee eenheden van snelheid benoemen.
  3. Je kunt de snelheid in m/s en km/h naar elkaar omrekenen.

Slide 8 - Tekstslide

De auto op de foto rijdt met een constante snelheid van 25 m/s. Hoe groot is de snelheid van de auto in km/h?

Slide 9 - Open vraag

Van welke grootheid is de letter v het symbool, in de formule voor het berekenen van de gemiddelde snelheid?
A
seconde
B
afstand
C
meter
D
meter/seconde

Slide 10 - Quizvraag

Henk fietst 40 kilometer in 2,5 uur.
Wat was zijn gemiddelde snelheid?
A
16 km/h
B
20 km/h
C
18 km/h
D
14 km/h

Slide 11 - Quizvraag

Eenmaal in de lucht vliegt het vliegtuig in 3 uur en 30 minuten naar de bestemming. De gemiddelde snelheid van het vliegtuig is 850 km/h.
Hoeveel kilometer heeft het vliegtuig afgelegd?

Slide 12 - Open vraag

Leerdoelen 5.2 Rekenen met snelheid
  1. Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.
  2. Je kunt de afstand berekenen die een bewegend voorwerp aflegt in een bepaalde tijd.
  3. Je kunt berekenen hoelang een bewegend voorwerp over een bepaalde afstand doet.

Slide 13 - Tekstslide

5.2 Rekenen met snelheid

Je gaat op vakantie en je weet hoeveel kilometer je moet rijden. 
Je gaat via de snelweg. 
De gemiddelde snelheid is daar ongeveer 100 kilometer per uur. 
Je kunt nu berekenen hoelang je ongeveer onderweg bent.

Slide 14 - Tekstslide

Snelheid
  • Gemiddelde snelheid:
  • Afstand die je in een bepaalde tijd aflegt.
  • Hierbij houd je rekening    met versnellen, vertragen en stilstaan tijdens een rit.
Tijdens de rally verandert de snelheid van Abraham steeds.
Soms rijdt hij met grote snelheid over een recht stuk weg.
Even later moet hij afremmen voor een bocht.
Na de bocht moet hij weer optrekken om op snelheid te komen.
En als er veel kuilen in de weg zitten, moet hij langzamer rijden.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 1
Abraham rijdt een rally van 240 km met veel bochten, maar ook rechte stukken. In de bochten is hij veel langzamer dan op de rechte stukken weg. Hij doet 2 uur over de rally.
Bereken de gemiddelde snelheid van Abraham.
gegevens:
afstand = 240 km
tijd = 2 h
gevraagd:
gemiddelde snelheid = ?

Uitwerking:
  • gemiddelde snelheid = afstand : tijd
  • gemiddelde snelheid = 240 km : 2 h = 120   km/h.
  • De gemiddelde snelheid van Abraham is   120 km/h.

Slide 16 - Tekstslide

Afstand
Bij natuurkunde noem je de afstand ook wel de afgelegde weg.
De afgelegde weg is dus een ander woord voor afstand.
Je zegt dat de afgelegde weg 200 kilometer is.



  • Als je de afstand wilt berekenen die je   aflegt, gebruik je de formule:
  • afstand = gemiddelde snelheid × tijd

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 2
Dilana rijdt op haar scooter van huis naar school. Dilana is 24 minuten onderweg. Ze rijdt met een gemiddelde snelheid van 40 km/h.
Reken de afstand uit tussen haar huis en de school.
gegevens:
gemiddelde snelheid = 40 km/h
tijd = 24 minuten = 24 : 60 = 0,40 h
gevraagd:
afstand = ?

Uitwerking:
  • afstand = gemiddelde snelheid × tijd
  • afstand = 40 km/h × 0,40 h = 16 km
  • De afstand tussen Dilana’s huis en school is 16 km.

Slide 18 - Tekstslide

Tijd uitrekenen



  • De gemiddelde snelheid is 25 kilometer per uur. 
  • Je moet in totaal 50 kilometer afleggen.
  • Over 25 kilometer doe je 1 uur.
  • Over 50 kilometer doe je 50 km : 25 km/h = 2 uur.
  • De totale tijd die je onderweg bent is dus 2 uur.
Als je de tijd wilt berekenen die je onderweg bent, gebruik je de formule:

tijd = afstand : gemiddelde snelheid

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 3
gegevens:                                                    gevraagd:                              
afstand = 9 km                                                tijd = ?
gemiddelde snelheid = 18 km/h


Uitwerking:
  • uitwerking
  • tijd = afstand : gemiddelde snelheid
  • tijd = 9 km : 18 km/h = 0,5 h = 30 min. 

Slide 20 - Tekstslide

Samenvatting
  • De gemiddelde snelheid is de afstand die je aflegt in een bepaalde tijd, waarbij je rekening houdt met versnellen, vertragen en stilstaan tijdens de rit.
  • De gemiddelde snelheid bereken je met de formule:
  • gemiddelde snelheid = afstand : tijd
  • De afstand die iemand aflegt, bereken je met de formule:
  • afstand = gemiddelde snelheid × tijd
  • De tijd die iemand onderweg is, bereken je met de formule:
  • tijd = afstand : gemiddelde snelheid








Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 5.2 Rekenen met snelheid:
 opdracht 10 t/m 17

Je mag samenwerken!

Slide 22 - Tekstslide

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 23 - Woordweb

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 24 - Woordweb

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.
  2. Je kunt de afstand berekenen die een bewegend voorwerp aflegt in een bepaalde tijd.
  3. Je kunt berekenen hoelang een bewegend voorwerp over een bepaalde afstand doet.

Slide 25 - Tekstslide

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
  • Zet in je planner!!
  • Maak opdracht: van paragraaf 5.2 Rekenen met snelheid: opdracht 10 t/m 17
Dank voor jullie aandacht!

Slide 28 - Tekstslide

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll