In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
Les 2: Mensenrechten, rechten en plichten.
Pak je laptop er vast bij.
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan wij vandaag doen?
- Rechten en plichten.
- Rechten en plichten in de school. - Mensenrechten.
- Afsluiting.
Slide 2 - Tekstslide
Gedragsregels
- Vaak ongeschreven. - Beleefdheid.
- Eigen interpretatie
- Sociale regels.
Geschreven regels
- Vaak concreet. - Vertellen wat er verwacht word.
- Weinig eigen interpretatie. - Handhaving.
- Gemaakt door de overheid (of schriftelijk vastgelegd).
- Handhaving door de politie en
justitie.
- Ook wel wetten genoemd
Slide 3 - Tekstslide
Prinsjesdag
- Wat weet jij van Prinsjesdag?
- Weet jij wat er dit jaar gaat gebeuren?
- Heeft het kabinet ook plannen voor jou?
Slide 4 - Tekstslide
De wet
- In de wet is bepaald wat verboden is.
- In de wet staan ook de belangrijkste rechten en plichten.
Slide 5 - Tekstslide
Rechten en plichten
- In de wet staan ook de belangrijkste rechten en plichten.
Rechten: Alles wat je mag doen of mag hebben.
Plichten:
Slide 6 - Tekstslide
Rechten en plichten
Rechten: Alles wat je mag doen of mag hebben.
Plichten: Alles wat je moet doen.
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht: Rechten en plichten op school.
- Je gaat met je buurman/buurvrouw onderzoek doen.
Hierbij beantwoorden jullie de volgende vragen: - Onderzoek 3 rechten die jij als student hebt. - Onderzoek 3 plichten heb jij als student.
Schrijf deze op, deze gaan wij over 5-10 minuten klassikaal nabespreken.
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn belangrijke rechten voor jou?
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Video
Mensenrechten
- Rechten waar alle landen zich aan moeten houden.
- 30 verschillende rechten. - Kinderrechten.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Opdracht:
- Ga opzoek naar de 30 rechten van de mens (bijvoorbeeld via de website van Amnesty).
- Kies hier twee rechten uit die jij belangrijk vind. - Beargumenteer waarom jij deze rechten belangrijk vindt met tenminste twee argumenten per recht. - Deze gaan wij klassikaal bespreken.