Actueel: Amerikaanse Verkiezingen

Amerikaanse verkiezingen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Amerikaanse verkiezingen

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
  • Kun je uitleggen waar Trump en Harris voor staan.
  • Weet je wat het verschil is tussen een districtenstelsel en een stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
  • Kun je beargumenteren of jij voorstander bent van dit kiesstelsel. 

Slide 2 - Tekstslide

Verkiezingen
Kiesrecht
  • Actief: alle Nederlanders boven de 18 mogen hun stem uitbrengen
  • Passief: het recht om je verkiesbaar te stellen

Slide 3 - Tekstslide

Wie wil kans maken op 1 miljoen dollar?
Ja, ik natuurlijk!
Nah, I'm good

Slide 4 - Poll

Zou jij, om kans te kunnen maken op 1 miljoen dollar, stemmen op één persoon wat door iemand anders wordt bepaald?
Ja, alles voor die centen!
Nee, ik vind mijn democratisch recht belangrijker!

Slide 5 - Poll

Amerikaanse verkiezingen

Slide 6 - Tekstslide

Wat vind jij van deze manier om stemmen te werven?

Slide 7 - Woordweb

Waarom stemmen:
Motieven om te stemmen
  • Standpunten: deze komen overeen met jouw ideeën
  • Belangen: heb je voordeel bij de ideeën van deze partij?
  • Strategisch: welke partij maakt de meeste kans op een plek in de regering?
  • Persoon: deze kandidaat spreekt jou het meeste aan vanwege persoonlijke kenmerken (bijv. karakter of uitstraling).

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet jij van de Amerikaanse verkiezingen?

Slide 9 - Tekstslide

Waarom zijn presidentsverkiezingen zo belangrijk?
Een president heeft best veel macht:
- Kan wetten voorstellen.
- Is baas van het leger.
- Mag zelf noodwetten maken.

Je bent President voor 4 jaar. Je mag 1x herkozen worden.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is dit voor Nederland belangrijk?
- Belangrijke handelspartner.
- Belangrijke militaire partner --> NAVO

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Democratische partij
Republikeinse partij
Klimaat
Christelijk
Rechts, dus: minder overheidsinvloed
Links, dus: meer overheidsinvloed
Conservatief
Progressief

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Evenredige vertegenwoordiging
  • Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op:
    'Evenredige vertegenwoordiging'

  • Alle stemmen worden verdeeld over het beschikbare aantal zetels. Bij de berekening wordt uitgegaan van de kiesdeler (hoeveelheid stemmen die nodig is voor één zetel).
Rekenvoorbeeld:
Bij een opkomst van 9 miljoen mensen en een kiesdeler van 60.000 (want 9 miljoen / 150 = 60.000)
Partij X krijgt 300.000 stemmen. Partij X krijgt dan dus in ieder geval vijf zetels (want 300.000 / 60.000 = 5).

Slide 18 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
Bij een opkomst van 9 miljoen mensen en een kiesdeler van 60.000
(want 9.000.000 / 150 = 60.000).

Partij X krijgt 300.000 stemmen. Partij X krijgt dan dus in ieder geval vijf zetels.(want 300.000 / 60.000 = 5).

Slide 19 - Tekstslide

Districtenstelsel 

Slide 20 - Tekstslide

Kiesmannen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide


Slide 24 - Tekstslide

Dus...
Vragen:
  1. Wat is het verschil tussen evenredige vertegenwoordiging en een districten- of meerderheidsstelsel? Wat heeft de VS en wat heeft NL?
  2. Wat is de popular vote? Won Donald Trump in 2016 de popular vote?
  3. Waar is het Capitool, wie zitten daar en wat doen ze?
  4. Waar is de staat Wyoming een goed voorbeeld van?
  5. Het fragment opent met het nummer van ABBA ‘the winner takes it all’. Wat heeft dit te maken met de Amerikaanse verkiezingen? 
  6. Wat doen de kiesmannen?
  7. Vinden jullie de Amerikaanse verkiezingen eerlijk?


Slide 25 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
  • Kun je uitleggen waar Trump en Harris voor staan.
  • Weet je wat het verschil is tussen een districtenstelsel en een stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
  • Kun je beargumenteren of jij voorstander bent van dit kiesstelsel. 

Slide 26 - Tekstslide