Tijdvak 5_Ontdekkers en Hervormers

Tijdvak 5_Ontdekkers & Hervormers
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 92 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 5_Ontdekkers & Hervormers

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Herhalen Middeleeuwen
  • Tijdvak 5
  • Formatieve toetsing
  • Afsluiten

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd uit college 3 over de Middeleeuwen?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden in de TeamsChat!!!

Mogelijke antwoorden:
Deze plaat gaat over de late middeleeuwen (tv4). Dit is te zien aan o.a. de handel die wordt gedreven en het geld dat word uitgewisseld. In de vroege middeleeuwen was dit namelijk verdwenen.
Deze plaat gaat over de late middeleeuwen (tv4). Dit is te zien aan de bouwstijl van de kerk, huizen en de grote dikke bogen in een stad. In de vroege middeleeuwen was dit namelijk verdwenen / in de vroege middeleeuwen was deze bouwstijl nog niet ontwikkeld / in de vroege middeleeuwen waren er nog geen echte steden omdat men moest schuilen bij bijvoorbeeld een landheer/ in de vroege middeleeuwen waren er nog Romeinse uitingen te vinden in de bouwstijl, hier is dat bijna volledig verdwenen (enkel de bogen zijn nog te herkennen, terwijl in de vroege middeleeuwen er nog veel resten waren).

Wat is het hofstelsel?

Slide 5 - Open vraag

= een boer die door het hofstelsel gebonden was aan de grond van de landheer. Deze bood bescherming in ruil voor werk op zijn land (herendiensten) en verlies van vrijheid.
Wat is het leenstelsel?

Slide 6 - Open vraag

= een politiek stelsel waarbij de koning (leenheer) grond in leen gaf aan een leenman. Deze gaf in ruil militaire dienst, advies en bestuurde het gebied.
Leg uit hoe de steden steeds zelfstandiger en machtiger konden worden ten opzichte van de vorsten en adel.

Slide 7 - Open vraag

De steden werden rijker door inkomsten uit de handel en groeiden,
waardoor de bevolking toenam. Een stad kon zich steeds beter verdedigen. De vorsten en adel verkochten rechten aan de steden (stadsrechten). Dit leidde ertoe dat de steden ook juridische macht kregen. Kort samengevat kun je zeggen dat de steden steeds machtiger werden en dat de macht van de vorsten en vooral de adel afnam.
In welk opzicht onderscheid de late middeleeuwen zich in vergelijking met de vroege middeleeuwen, ook wel: wat is het verschil?

Slide 8 - Open vraag

Rondom het jaar 1000 komt er een omslagpunt. Vanaf hier spreken we dan ook over de “late” ME:
- Meer rust en veiligheid is ontstaan
- Bevolkingsgroei
- Hernieuwde groei van steden, handel, ambachten en de economie
- Opkomst van de eerste versie van huidige Europese landen
- Toenemende veiligheid in Europa --> verbeteringen in de landbouw (drieslagstelsel) --> overschotten en bevolkingsgroei (zagen we ook in tv 1)--> handel op marktplaatsen/in hanzesteden en daar gaan mensen wonen --> marktplaatsen groeien uit tot steden, vaak aan het water --> er vindt nog meer handel plaats en geld wordt opnieuw ingezet (was immers veilig) --> men gaat zich specialiseren in een ambacht

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

De investituurstrijd hoeven zij niet te kennen, maar het is wel een interessant verhaal. Mocht je er tijd voor hebben, kan dit worden besproken:
De investituurstrijd is de strijd om wie van de twee (kerk of vorsten) het machtigste is en wie er dus bischoppen mag benoemen (want nu mogen zij het beide). Hierin hebben we te maken met 2 personen. Paus Gregorius de 7e en Keizer Hendrik de 4e. Gregorius meent dat hij de meeste macht heeft, want hij is de paus en staat immers direct in contact met god. Ook vorsten zouden naar hem moeten luisteren. Hendrik is het niet mee eens! De vorsten zijn belangrijker omdat zij alles in goede banen moeten leiden en immers bisschoppen mag benoemen.
1075: Hendrik benoemt de aarsbisschop van Milaan, terwijl de paus al iemand had gekozen.
Paus is boos, hij verbant Hendrik en hij riep op hem niet meer als keizer te zien.
Hendrik staat vervolgens 2 dagen in de sneeuw om vergiffenis te vragen bij de paus.
1122  oplossing: paus benoemt bisschoppen, maar de vorsten mogen bisschoppen wel macht overdragen. = Vanaf nu kerk en staat als het ware gescheiden en proberen ze zo min mogelijk in elkaar vaarwater te komen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je ervan dat religies geweld gebruiken om hun macht te verspreiden?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen Ontdekkers en hervormers (tijdvak 5)


  • De student kan in eigen woorden uitleggen wat kenmerken zijn van de Renaissance en het hummanisme
  • De student kan uitleggen welke motieven er waren om op ontdekkingsreis te gaan en welke gevolgen dit had.
  • De student kan in eigen woorden uitleggen hoe de reformatie ontstond en wat de gevolgen waren.
  • De student kan ideeën van Luther en Calvijn onderscheiden.

  • De student kan oorzaken en de globale verloop van de Nederlandse Opstand beschrijven. (VOLGENDE LES)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

  • Kaart van Europa in 1492: Stabiel Europa na een onrustige periode van de pest, honderdjarige oorlog, val van het Oost-Romeinse Rijk etc. Hier is ook de basis van het moderne Europa zichtbaar.
  • Vanwege de toenemende handel in de late middeleeuwen ontstaat er weer rijkdom en mensen worden geïnspireerd door de klassieke cultuur, dit leeft weer op (renaissance). Hierdoor veranderd ook het levensmotto naar Carpe diem = pluk de dag.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 zinnen zijn correct?
A
De renaissance had erg veel belangstelling en waardering voor kunst en de wetenschap van de oudheid.
B
De renaissance had erg veel belangstelling en waardering voor kunst en de wetenschap van de middeleeuwen.
C
De kunstenaars van de oudheid waren veel knapper dan de kunstenaars van de renaissance.
D
De renaissance betekende het eind van de middeleeuwen.

Slide 21 - Quizvraag

a + d
Welk begrip past beter bij het plaatje?
Het plaatje is een wereldkaart ontworpen in 1512.
A
Renaissance
B
Humanisme

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ontdekkingsreizigers ken je?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Op de kaart zijn verschillende routes te vinden van de verschillende ontdekkingsreizigers. Donkerrood is Mangelhaes. Naar Kaap de Goede Hoop is Dias. Da Gama gaat een stukje verder naar India. 

Waarom gaan mensen op ontdekkingsreis?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zouden gevolgen zijn van deze reizen?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie ontdekte nou Amerika? Leg je antwoord uit met een argument!

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reformatie 
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reformatie 
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Calvijn & Luther (hervormers)
Calvijn
Luther

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Bespreken wat de studenten zien. 

Achtergrond van de plaat: Op de plaat is luther te zien die voor Karel V in Worms moest verschijnen (1521). Centraal stond de 95 stellingen die Luther op de kerkdeur had getimmerd. Hij moest bekennen en zijn fout toegeven, maar dat deed hij natuurlijk niet. Waardoor hij later geëxcommuniceerd werd = verbannen uit de kerk. Hierna heeft de vorst van Saksen hem ondergebracht in Kasteel de Wartburg waarin Luther zijn leven verder wijdde aan het vertalen van de bijbel in het Duits. Luther is de man in het midden met het zwarte gewaad, Karel V is de man met de witte kleding op de troon.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Studenten kunnen hier even 10 minuten de tijd voor nemen om antwoorden te bedenken.

1. Aflaten handel / celibaat / fouten in Bijbelvertalingen / ontdekking nieuwe wereld gaf geloof een breuk

 
2. Verschil: calvijn geloofd in predestinatie = voorbestemd, luther geloofde door goed de bijbel te bestuderen en berouw te tonen je een plekje in de hemel kon krijen
Calvijn vond dat je in opstand mocht komen als je het niet eens was met het geloof van de vorst, Luther vond dat je niet in opstand mocht komen.

3. Overeenkomst: beide geloof in de bijbel/god (protestants), beide kerk hervormen

4. Katholieken VS protestanten (calvinisme en lutheraanisme). Dit was een onbedoeld gevolg, nooit was het de bedoeling de kerk te splitsen, enkel te hervormen.

→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Luther
Calvijn
95 stellingen
Veel aanhang in Nederland
Veel aanhang in Duitsland
Je mag je verzetten tegen een slechte vorst
Je komt in de hemel door oprecht geloof en berouw over je zonden
Je mag je niet verzetten tegen een vorst
Je bent voorbestemd voor de hemel of hel

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
Wat ga je doen? 
  • Tip en top invullen op de volgende dia!
  • Maak een samenvatting/poster/lied/video etc. over dit tijdvak. Zorg dat je een overzicht krijgt van deze periode. Lever dit in op IT!!
  • Lezen uit het basisboek geschiedenis: 5.2 + 6.2
  • Lezen hoofdstuk opstand uit geschiedenis werkplaats --> aangewezen door de docent

Volgende les:
  • De Nederlandse Opstand!!


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip en Top van deze les.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies