De arts moet vervolgens het opdrachtverzoek later alsnog schriftelijk bij de zorginstelling indienen.
Het kan ook voorkomen dat iemand die niet bekwaam is een opdracht aanneemt. Diegene moet de opdracht dan doorgeven aan een collega die wel bekwaam is voor de handeling.
De persoon die de opdracht uiteindelijk uitvoert, moet de opdracht nogmaals toetsen op uitvoerbaarheid en correctheid.
Kan de opdracht niet worden uitgevoerd, dan overleggen arts en zorginstelling over een gepaste oplossing.