In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Thema 2 Gewoonten
(tradities, cultuur, normen en waarden)
timer
2:30
Slide 1 - Tekstslide
De docent geeft altijd het goede voorbeeld en positioneert zichzelf bovenaan de schoolladder op zowel kennis, vocabulaire als attitude. Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen, noemt namen, maakt een praatje en besteed aandacht aan het welbevinden van de leerlingen. De leerlingen zitten startklaar met bijvoorbeeld spullen voor zich en zijn ingelogd in LessonUp of een vergelijkbaar digitaal leermiddel. De docent eist 100% aandacht voordat hij start met de les en spreekt verwachtingen uit die specifiek, concreet, samenhangend en waarneembaar zijn geformuleerd.
De leerling:
1. Begrijpt hoe gewoonten, waarden, normen, cultuur en opvoeding de identiteit vormen.
Leerdoel
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 – Leerdoelen
Na de les hebben de leerlingen geleerd wat cultuur inhoudt en kunnen ze hun eigen cultuur en subculturen omschrijven. Ook leren ze elkaars culturen respecteren.
Identiteit
Slide 3 - Tekstslide
Slide 1 – Begin slide
Bij deze slide hoef je als docent, nog niet zo veel te doen. Deze slide geeft je de mogelijkheid om de les te kunnen beginnen. Geef niet te veel weg over het onderwerp, aangezien ze zelf nog over het onderwerp moeten gaan nadenken.
Waar denk je aan bij identiteit?
Slide 4 - Woordweb
Slide 4 – Woordweb over cultuur
Laat de leerlingen deze woordweb samen invullen en bespreek de antwoorden kort met de klas.
Een cultuur is de manier waarop een groep mensen leeft. Een voorbeeld van een cultuur is de Nederlandse cultuur.
De volgende tekst is een richtlijn, maar je zou ook jouw eigen invulling kunnen geven aan de tekst en de punten misschien invullen op jouw eigen cultuur of herkenbare voorbeelden geven.
Een cultuur is de manier waarop een groep mensen leeft. Een voorbeeld van een cultuur is de Nederlandse cultuur.
Iedereen in dezelfde cultuur delen vaak dezelfde waarden en normen en gewoontes met elkaar.
Een gewoonte is iets dat je gewend bent om te doen. In Nederland is het normaal om oranje kleding te dragen als Nederland voetbalt. Dit is zo normaal dat het een soort traditie geworden is.
De volgende tekst is een richtlijn, maar je zou ook jouw eigen invulling kunnen geven aan de tekst en de punten misschien invullen op jouw eigen dominante- of subcultuur of benoem hier herkenbare voorbeelden.
Dominante culturen zijn de grootste en meest invloedrijke culturen binnen een samenleving. Ze hebben vaak de meeste macht en bepalen de heersende normen, waarden en tradities.
Subculturen zijn kleinere groepen binnen een samenleving met hun eigen specifieke kenmerken en identiteit. Ze hebben hun eigen normen, waarden en gewoonten die afwijken van de dominante cultuur. Subculturen kunnen ontstaan op basis van bijvoorbeeld leeftijd, interesses, religie of etniciteit. Ze geven mensen een gevoel van verbondenheid en kunnen dienen als een manier om zich te uiten en hun eigen identiteit te uiten. Als persoon kun je tot meerdere subculturen behoren.
Eindig met een video van SchoolTV.
Duur video: 1:00
Waarden
Eerlijkheid
Respect
Vriendelijkheid
Normen
Regels
Gedrag
Normen en waarden
Slide 8 - Tekstslide
Slide 6 – Uitleg over normen en waarden
De volgende tekst is een richtlijn, maar je zou ook jouw eigen invulling kunnen geven aan de tekst en de punten misschien invullen op jouw eigen normen en waarden of herkenbare voorbeelden geven.
Waarden zijn dingen die we belangrijk vinden, zoals eerlijkheid, respect en vriendelijkheid.
Normen zijn als regels die ons vertellen hoe we ons moeten gedragen en met anderen moeten omgaan. Ze komen voort uit onze waarden.
Cultuur: gewoonten NL en land van herkomst
Slide 9 - Tekstslide
Slide 7 – Klassikale opdracht Cultuur
Klassikale opdracht
Ga samen met de leerlingen aan de slag om hun eigen cultuur te benoemen. (Wat zijn hun normen en waarden, hun gewoontes, klederdracht etc.). Probeer dit bij een aantal leerlingen te doen, op deze manier leren ze elkaar ook beter te begrijpen.
Wat is jouw subcultuur?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 9 – Klassikale opdracht subcultuur
Klassikale opdracht
Laat de leerlingen nadenken tot welke subculturen ze behoren en bespreek dit klassikaal.
Wat zijn normen?
A
Gedragsregels die aangeven wat in een bepaalde cultuur als juist of onjuist wordt gezien.
B
De etnische afkomst van een persoon.
C
De politieke overtuiging van een individu.
D
De financiële situatie van een persoon.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz
In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.
Wat zijn waarden?
A
Ideeën over wat in een bepaalde cultuur als slecht wordt gezien.
B
Ideeën over wat in een bepaalde cultuur als goed wordt gezien.
C
Ideeën over wat enkel door ouderen wordt gewaardeerd.
D
Ideeën over wat enkel door jongeren wordt gewaardeerd.
Slide 12 - Quizvraag
Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz
In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.
Wat is cultuur?
A
Een politiek systeem
B
Een religieuze overtuiging
C
Een individuele eigenschap
D
Het geheel aan normen, waarden en gedragingen van een groep mensen.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz
In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.
Wat is een subcultuur?
A
Een cultuur die zich onderscheidt van de dominante cultuur.
B
Een cultuur die uitsluitend in grote steden voorkomt.
C
Een cultuur die enkel door jongeren wordt beoefend.
D
Een cultuur die overeenkomt met de dominante cultuur.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz
In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.
In deze opdracht gaan de leerlingen in groepjes van max. 4 met elkaar discussiëren. Zij krijgen een 'placemat' voor zich, waar in het midden een stelling staat ("Alle culturen zijn bijzonder en hebben iets boeiends. Als we openstaan voor andere culturen, kunnen we nieuwe dingen leren, begrip tonen en onze kijk op de wereld verruimen.").
Elke leerling krijgt hun eigen vak en kan hierin hun standpunt en argument in schrijven, vanuit deze standpunten en argumenten starten ze een gesprek over de stelling. Aan het einde van deze opdracht, vertellen ze aan de klas waar ze op gekomen zijn.
Duur van de opdracht: +/- 15 minuten.
Vragen?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 14 – Vragen
In deze dia is ruimte om de leerlingen vragen te laten stellen over de stof die ze net gekregen hebben. Daarna kun je doorgaan met het toepassen van de informatie in een opdracht.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 17 - Open vraag
Instructie docent:
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Maak jouw identiteit af (huiswerk)
Slide 18 - Tekstslide
Slide 16 – Teken jouw identiteit
Slide 16 – Teken jouw identiteit
Aan de hand van de ‘Tekenjouwidentiteit_template'. Gaan de leerlingen verder met het uitwerken van hun identiteit.
In de vorige les zijn ze bezig geweest met het tekenen van de eerste kenmerken van hun identiteit. Nu kunnen ze verder met het toevoegen van de verschillende culturen waar ze bij horen.
Aan het einde van de les zouden een aantal leerlingen hun identiteit kunnen presenteren.