Avoir

Avoir = Hebben
Doel: Na deze les kun je het werkwoord avoir gebruiken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Avoir = Hebben
Doel: Na deze les kun je het werkwoord avoir gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

het persoonlijk voornaamwoord
(page 48)

Slide 2 - Woordweb

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: Ik
A
Je/j'
B
Tu
C
Il
D
Elle

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: Jullie
A
Nous
B
Ils
C
Elles
D
Vous

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: Wij
A
On
B
Nous
C
Vous
D
Ils

Slide 5 - Quizvraag

Avoir
Het werkwoord hebben in het Frans = Avoir
Dit werkwoord is onregelmatig. Dit betekent dat je dit uit je hoofd moet leren...

Slide 6 - Tekstslide

Avoir
J'ai = ik heb
Tu as = jij hebt
Il a = hij heeft
Elle a = zij heeft
On a = wij hebben/ men heeft

Slide 7 - Tekstslide

Vertaal: Ik heb
A
J'ai
B
Tu as
C
Il a
D
Elle a

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: Jij hebt:
A
J'ai
B
Tu as
C
Il a
D
Elle a

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal: Hij heeft
A
Il ai
B
Il as
C
Il a
D
il ais

Slide 10 - Quizvraag

Avoir
Nous avons = Wij hebben
Vous avez = jullie hebben/ u heeft
Ils/ Elles ont = zij hebben

Slide 11 - Tekstslide

Wij 
Wij kun je op 2 manieren vertalen in het Frans:
Nous - On
In de spreektaal gebruik je meestal on. 
On kan ook men betekenen

Slide 12 - Tekstslide

Vertaal:
Wij hebben
A
Nous avons
B
Vous avez
C
Ils ont
D
Elles ont

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal zij hebben (vrouwelijk)
A
Nous avons
B
Vous avez
C
Ils ont
D
Elles ont

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal: U heeft
A
Nous avons
B
vous avez
C
Ils ont
D
Elles ont

Slide 15 - Quizvraag