H. Grammaire vouloir - pouvoir + Voca

Au programme

Les buts du cours:
  •  ik ken de werkwoorden kunnen en willen in het Frans (présent en passé composé)
  • ik ken het aanwijzend voornaamwoord in het Frans en kan deze toepassen
  • ik ken de cijfers van 0 - 1000
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Au programme

Les buts du cours:
  •  ik ken de werkwoorden kunnen en willen in het Frans (présent en passé composé)
  • ik ken het aanwijzend voornaamwoord in het Frans en kan deze toepassen
  • ik ken de cijfers van 0 - 1000

Slide 1 - Tekstslide

la BD
A
het boek
B
het stripverhaal
C
de bedanking
D
de grap

Slide 2 - Quizvraag

le chapeau
A
de broek
B
de hoed
C
het hemd
D
de stropdas

Slide 3 - Quizvraag

peut-être
A
soms
B
vaak
C
misschien
D
altijd

Slide 4 - Quizvraag

boodschappen doen
A
faire du shopping
B
faire des cours
C
faire des courses
D
faire des magasins

Slide 5 - Quizvraag

Tu veux un autre jean?
Non, j'en ai ...
A
possible
B
ensemble
C
seul
D
assez

Slide 6 - Quizvraag

passé composé
ik heb gewild
j'ai voulu

Slide 7 - Tekstslide

Passé composé
Ik heb gekunt
J'ai pu

Slide 8 - Tekstslide

À vos marches!
un stylo 🖊  et votre cahier! 📔 


Slide 9 - Tekstslide

Traduis (schrijf op in je schrift)
1. ik wil                         
2. jij kan                      
3. hij mag                   
4. wij willen.              
5. jullie kunnen.       
6. zij mogen    
7. jij hebt gekunt       8. wij hebben gemogen          

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Au travail!


Les devoirs:
Voca Chapitre 3 ABEF CG+ les verbes vouloir - pouvoir



Slide 12 - Tekstslide