Woordsoorten
1 / 22
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn de werkwoorden?
Herman graait geld uit de kassa.
Herman graait geld uit de kassa.
Slide 3 - Open vraag
Wat zijn de werkwoorden?
De gepoetste auto is beschadigd.
De gepoetste auto is beschadigd.
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Benoem de lidwoorden:
De kabouter heeft een mus het huis laten zien.
De kabouter heeft een mus het huis laten zien.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Benoem de znw:
De gepensioneerde man koopt een café
De gepensioneerde man koopt een café
Slide 9 - Open vraag
Benoem de znw
In Maastricht vind je een winkel van Lego!
In Maastricht vind je een winkel van Lego!
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
De auto is rood zegt de groene vogel.
Slide 12 - Open vraag
Nederlands is het leukste vak van school!
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
In de kast, op de bovenste plank, naast de koekjes liggen snoepjes.
Slide 16 - Open vraag
Tijdens de les mogen we niet naar het toilet.
Slide 17 - Open vraag
Sinds gisteren werk ik op Ameland.
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Zij vraagt ons om een extra stuk chocolade.
Slide 20 - Open vraag
Jullie leren toch wel?
