Woordenschat
1 / 35
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een synoniem voor het woord 'medelijden'?
A
Jaloezie
B
Onverschilligheid
C
Arrogantie
D
Compassie
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een synoniem voor het woord 'rivier'?
A
Zee
B
Vijver
C
Oceaan
D
Stroom
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'beek'?
A
Een zee of oceaan
B
Een grote stromende rivier
C
Een klein stromend water
D
Een drooggevallen waterbron
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de betekenis van 'spartelen'?
A
Een sport beoefenen
B
Een instrument bespelen
C
Een taal spreken
D
Ongecontroleerde bewegingen maken
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent 'nood'?
A
Een dorp in Nederland
B
Een gevoel van blijdschap
C
Een situatie waarin direct hulp nodig is
D
Een soort eten
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de betekenis van 'oever'?
A
De rand van een rivier, meer of zee
B
Een klein beekje
C
Een waterval
D
Een geul in de grond
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'misleiden'?
A
Iemand iets laten geloven wat niet waar is
B
Iemand iets laten zien wat hij/zij mooi vindt
C
Iemand iets laten kopen wat hij/zij wil hebben
D
Iemand iets laten doen wat wel waar is
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'prominent'?
A
Gevaarlijk en onbekend
B
Geheim en onbekend
C
Klein en onbelangrijk
D
Belangrijk en bekend
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'bizar'?
A
Heel erg lekker
B
Heel erg vreemd
C
Heel erg mooi
D
Heel erg leuk
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'verwijderen'?
A
Iets weghalen
B
Iets veranderen
C
Iets aanbrengen
D
Iets repareren
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'vermoeden'?
A
Een gebeurtenis die zeker plaatsvindt
B
Een idee hebben dat zeker waar is
C
Iets zeker weten zonder bewijs
D
Iets denken zonder dat het zeker is
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'verzoeken'?
A
Iemand vragen iets te doen
B
Iemand straffen voor iets
C
Iemand uitdagen voor een duel
D
Iemand helpen met iets
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'optimaal'?
A
Zo snel mogelijk
B
Heel slecht
C
Zo goed mogelijk
D
Zo weinig mogelijk
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'doorgaans'?
A
Meestal
B
Nooit
C
Altijd
D
Soms
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'bizar'?
A
Heel erg duur
B
Heel erg vreemd
C
Heel erg lekker
D
Heel erg groot
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'vergunning'?
A
Een soort auto
B
Toestemming om iets te doen
C
Een papieren zak
D
Iets wat je moet betalen
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'prominent'?
A
Belangrijk
B
Bekend
C
Onbekend
D
Klein
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een antoniem van het woord 'minimaal'?
A
Maximaal
B
Weinig
C
Veel
D
Klein
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'fundering'?
A
Basis
B
Dak
C
Ondergrondse constructie
D
Raam
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een synoniem van het woord 'optie'?
A
Noodzaak
B
Verplichting
C
Mogelijkheid
D
Keuze
Slide 21 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'fictief'?
A
Werkelijk
B
Echt
C
Verzonnen
D
Niet echt
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'nostalgie'?
A
Bang zijn voor het onbekende
B
Gelukkig zijn met het heden
C
Verlangen naar vroeger
D
Op zoek zijn naar de toekomst
Slide 23 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'gracieus'?
A
Koud of afstandelijk
B
Lomp of onhandig
C
Elegant of sierlijk
D
Gespannen of nerveus
Slide 24 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'fascinerend'?
A
Saai of vervelend
B
Angstaanjagend of beangstigend
C
Onbelangrijk of oninteressant
D
Boeiend of intrigerend
Slide 25 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'bizar'?
A
Gewoon of normaal
B
Mooi of aantrekkelijk
C
Vreemd of merkwaardig
D
Simpel of ongecompliceerd
Slide 26 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'arrogant'?
A
Vriendelijk of bescheiden
B
Nederig of terughoudend
C
Verwaand of hoogmoedig
D
Dapper of moedig
Slide 27 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'gewiekst'?
A
Dom op een slinkse manier.
B
Dom op een eerlijke manier.
C
Slim op een slinkse manier.
D
Slim op een eerlijke manier.
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het woord 'mijmeren'?
A
Een verhaal vertellen.
B
Hardop praten.
C
Luid zingen.
D
In gedachten verzonken zijn.
Slide 29 - Quizvraag
Wat betekent 'steevast'?
A
Altijd op dezelfde manier.
B
Af en toe op dezelfde manier.
C
Soms op dezelfde manier.
D
Nooit op dezelfde manier.
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het woord 'toendra'?
A
Een grote rivier.
B
Een tropisch regenwoud.
C
Een bergachtig gebied.
D
Een boomloze vlakte in de poolstreken.
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het woord 'omnivoor'?
A
Iemand die alleen dierlijke voeding eet.
B
Iemand die zowel plantaardige als dierlijke voeding eet.
C
Iemand die alleen plantaardige voeding eet.
D
Iemand die geen voeding eet.
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het woord 'adrenaline'?
A
Een soort medicijn tegen verkoudheid
B
Een stof voor het reinigen van ramen
C
Een techniek voor het kweken van planten
D
Een hormoon dat zorgt voor een versnelde hartslag en meer energie
Slide 33 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor 'arrogant'?
A
Bescheiden
B
Eigenwijs
C
Vriendelijk
D
Makkelijk
Slide 34 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'euforie'?
A
Een gevoel van grote verdriet
B
Een gevoel van grote angst
C
Een gevoel van grote woede
D
Een gevoel van grote blijdschap
