Irregular Verbs 3
1 / 12
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke vormen ken je van:
Brengen
Brengen
Slide 2 - Woordweb
Welke vormen ken je van:
Zien
Zien
Slide 3 - Woordweb
Worden
Bouwen
Verlaten
Rijden
built
have built
left
have left
became
have become
drove
have driven
Slide 4 - Sleepvraag
Wat betekent: He has left.
A
Hij ging links
B
Hij is weggegaan
C
Hij zijn weggegaan
D
HIj heeft links
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent: He lost his candy.
A
Hij verloor zijn vriendinnetje
B
Hij heeft zijn vriendinnetje verloren
C
Hij verloor zijn snoep
D
Hij heeft zijn kandij verloren.
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent:
She brought him a gift last autumn.
She brought him a gift last autumn.
A
Zij kocht een cadeau voor hem afgelopen herfst
B
Zij heeft afgelopen herfst een cadeau voor hem gekocht
C
Zij bracht hem een cadeau afgelopen herfst
D
Zij brengt hem een cadeau afgelopen herfst
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent het woord in hoofdletters?
Iron Man BECAME a hero
Iron Man BECAME a hero
Slide 8 - Open vraag
Wat betekent het woord in hoofdletters?
She TOLD him a story
She TOLD him a story
Slide 9 - Open vraag
Wat betekent het woord in hoofdletters?
We HAVE never FELT this way before!
We HAVE never FELT this way before!
Slide 10 - Open vraag
Wat betekent het woord in hoofdletters?
The lesson HAS BEGUN.
The lesson HAS BEGUN.
