Figuren hoeken

Figuren hoeken
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Figuren hoeken

Slide 1 - Tekstslide

Waaraan kan je evenwijdige lijnen herkennen?
A
Driehoek
B
Pijltjes
C
Streepjes
D
Half vierkantje

Slide 2 - Quizvraag

Waaraan kan je loodrechte lijnen herkennen?
A
Driehoek
B
Pijltjes
C
Streepjes
D
Half vierkantje

Slide 3 - Quizvraag

Waaraan kan je even lange lijnen herkennen?
A
Driehoek
B
Pijltjes
C
Streepjes
D
Half vierkantje

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn dit voor een lijnen?
A
Kruisende lijnen
B
Loodrechte lijnen
C
Evenwijdige lijnen
D
Snijdende lijnen

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noem je deze hoek?
A
Volle Hoek
B
Gestrekte Hoek
C
Scherpe Hoek
D
Rechte Hoek

Slide 6 - Quizvraag

Overstaande hoeken

Slide 7 - Tekstslide

Hoek P1 en P2 zijn...
A
Een gestrekte hoek
B
Overstaande hoeken

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de overstaande
hoek van hoek p4?
A
P1
B
P2
C
P3

Slide 9 - Quizvraag

Als hoek D1 62 graden is, hoe groot is dan hoek D3

Slide 10 - Open vraag

Welke hoek is de overstaande hoek van hoek D45?

Slide 11 - Open vraag

Vul in:
een gestrekte hoek lijkt op een .....
en is .... graden
A
vierkant 90
B
scherpe punt 180
C
rechte lijn 90
D
rechte lijn 180

Slide 12 - Quizvraag

Als hoek A12 een gestrekte hoek is en
hoek A2 is 60 graden
hoe groot is hoek A1
A
300
B
30
C
120
D
60

Slide 13 - Quizvraag


A
223 graden
B
317 graden
C
137 graden
D
43 graden

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel graden is hoek F3
A
100
B
32
C
48
D
58

Slide 15 - Quizvraag

In een vierhoek zijn de hoeken samen... (hoekensom vierhoek)
A
180 graden
B
360 graden
C
90 graden

Slide 16 - Quizvraag

In een driehoek zijn de hoeken samen... (hoekensom driehoek)
A
180 graden
B
360 graden
C
90 graden

Slide 17 - Quizvraag

Hoek berekenen in een driehoek.

  • De hoeken in een driehoek zijn samen 180o.

  • LP + LQ = 65+ 69o = 134o
  • LR = 180o - 134o = 46o

Slide 18 - Tekstslide

Hoe groot is hoek C? Bereken met de hoekensom
A
30º
B
40º
C
45º
D
35º

Slide 19 - Quizvraag


A
117 graden
B
69 graden
C
63 graden
D
243 graden

Slide 20 - Quizvraag

HOEKENSOM
Hoe groot is de bovenste hoek?

Slide 21 - Open vraag

Van vierhoek EFGH is hoek H een rechte hoek, hoek E = 80º en Hoek G2 = 40º.
Bereken hoek F2.

Slide 22 - Open vraag

Zie de opgave hiernaast

Slide 23 - Open vraag

Hoek berekenen in een rechthoekige driehoek.

  • In een rechthoekige driehoek zit een rechte hoek.
  • Een rechte hoek is altijd 90o, dus
     LA = 90o.
  • LA + LB = 90o + 39o = 129o
  • LC = 180o - 129o = 51o

Slide 24 - Tekstslide

In een rechthoekige driehoek is hoek A recht en hoek B is 30 graden. Hoe groot is hoek C
A
180
B
90
C
60
D
30

Slide 25 - Quizvraag

Hoek berekenen in een gelijkbenige driehoek.

  • De driehoek is gelijkbenig, dus LL is ook 70o
  • LK + LL = 70o + 70o = 140o
  • LM = 180o - 140o = 40o

Slide 26 - Tekstslide

Driehoek PQR is gelijkbenig. Hoek P is 68 graden, bereken hoek R

Slide 27 - Open vraag

Hoek berekenen in een gelijkzijdige driehoek.

  • Alle drie de hoeken zijn even groot.
  • LP = 180o : 3 = 60o

Slide 28 - Tekstslide

In een gelijkzijdige driehoek zijn alle hoeken
A
50 graden
B
60 graden
C
70 graden
D
80 graden

Slide 29 - Quizvraag

De grootte van hoek B is

Slide 30 - Open vraag

De grootte van hoek C is

Slide 31 - Open vraag

Hoe groot is hoek A

Slide 32 - Open vraag

Parallellogram
in een parallellogram zijn 
de overstaande hoeken gelijk 
en 
is de hoekensom 360 graden

A is 50 graden
Bereken de andere hoeken.
Als A 50 is, is C ook 50
A + B + C + D = 360
B + D zijn 360 - 50 - 50 = 260
En omdat geldt B = D
is B 130 graden en D ook 130 graden
     D                               C



A                       B

Slide 33 - Tekstslide

Als hoek A 72 graden is, dan is hoek C...
A
36
B
72
C
108
D
216

Slide 34 - Quizvraag

Als hoek A 72 graden is, dan is hoek B...
A
36
B
72
C
108
D
216

Slide 35 - Quizvraag

Klaar!

Slide 36 - Tekstslide