Hoofdstuk 5 Rekenen met variabelen

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Rekenen met variabelen

Herleiden

Termen

Variabele

Termen

Variabelen

Formules korter schrijven

Gelijksoortige termen kunnen worden samengenomen.

Termen met dezelfde variabelen: 5a + 6a wordt 11a

Termen met verschillende variabelen kunnen NIET worden samengenomen, bijvoorbeeld 6a + 3q kun je niet samennemen 

Optellen en aftrekken 

Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen. In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor. 

g = 3a - 4 - 2a + 6

g = a + 2

Wat is het kortste antwoord?

64b​2​​−64b​2​​

1. 0b​2​​
2. 64
3. 64b
4. 0

gelijksoortige termen

optellen en aftrekken

Maak een formule voor de omtrek. Noem de omtrek P.

Welke termen zijn gelijksoortig?

1. 4x​2​​
2. x​2​​
3. 4x
4. 4

1. omtrek = 4x + 2h
2. omtrek = 2x + 4h
3. omtrek = x = h
4. omtrek = 4h + 2x

schrijf korter op:
K = 3a + 6a - 2t - 3a + 4t + 3a

1. K = 9a + 2t
2. K = 6a - 2t
3. k = 9a + 6t
4. k = 6a + 2t

Vermenigvuldigen

Bij optellen en aftrekken moet het van dezelfde soort zijn. 

Bij vermenigvuldigen hoeft dat niet! Denk aan een blender en maak een smoothie.

2a x 2p =

2 x a x 2 x p = 4 ap

van 2 ons appels en 2 ons peren maak je 

4 ons appel/peren smoothie.

De vergelijking
korter geschreven is:

10q−4−4q=−16

1. 6q-4=-16
2. 14q-4=-16
3. 2q=-16
4. Kan niet korter

schrijf korter
m = 7z - 7 - 9z + 11c

1. m = -9z + 11c
2. m = -2z +11c -7
3. m = 2z + 11c - 7
4. m = -2z + 11c +7

schrijf de formule zo kort mogelijk
formule y = 7g x 5

1. y = 5g + 7
2. y = 35g
3. g = y + 35
4. y = 12g

Schrijf zo kort mogelijk
Q = 3p x 10p

1. Q=30p
2. Q=13p​2​​
3. Q=13p
4. Q=30p​2​​

factoren mag je vermenigvuldigen

gelijksoortige termen mag je optellen en aftrekken

Hoe gingen deze quiz vragen?

😒🙁😐🙂😃