Les 2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

ZRGVEPL419AK

Waarom heeft een schrijver een tekstdoel?

• De schrijver van een tekst wil bij 
  de lezer iets bereiken.

Welke tekstdoelen ken je?

Tekstdoel?

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. amuseren

Tekstdoel?

1. instrueren
2. amuseren
3. overtuigen
4. informeren

Elke tekst heeft een tekstdoel.

1. Waar
2. Niet waar

Een schoolboek hoort bij het tekstdoel:

1. Amuseren
2. Informeren
3. Activeren

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:

1. Activeren
2. Amuseren
3. Informeren

Weet je het nog?

inleiding, kern, slot, tussenkopje, deelonderwerp

Hoe introduceer je het onderwerp in de inleiding?

1. met een anekdote
2. met een voorbeeld
3. met veel informatie
4. met een bijzondere situatie

Wat is een tussenkopje?

1. Een alinea
2. Een titel van een alinea
3. De titel
4. De bron

Wat is een deelonderwerp?

1. Een onderwerp van een tekst
2. De titel
3. Een onderwerp van een alinea
4. De schrijver van een tekst

Wat kun je NIET vinden in het slot?

1. een samenvatting
2. een anekdote
3. een conclusie
4. dat je naar de toekomst kijkt

Hoofdgedachte

Stappenplan hoofdgedachte

Wat is de juiste vorm van het onderwerp?

1. Een volledige zin
2. Eén of een paar woorden
3. Een werkwoord
4. Slechts één woord

Wat is de juiste vorm van de hoofdgedachte?

1. Een volledige zin
2. Eén of een paar woorden
3. Een werkwoord
4. Slechts één woord

Waar zoek je in een tekst de hoofdgedachte?

1. Titel
2. Inleiding
3. Kern
4. Slot

Alles op een rijtje:

Huiswerk:

Lezen 3F:

 Onderwerp en hoofdgedachte

- Theorie en verwerkingsopdrachten

Tekstsoort en tekstdoel

- Theorie en verwerkingsopdrachten

Wat gaan we doen?

1. 20 minuten lezen

2. Nakijken schooltaalwoorden

3. Kennis ophalen:

- onderwerp en hoofdgedachte

- tekstdoelen