Lezen H5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom

Welkom

Wat gaan we doen?

• Hoofdstuk 5 lezen bespreken
• Uitleg PW Lezen H5

Kijk in je boek vanaf blz. 132

Wat leer je?

• Je kunt de bron van een tekst vinden.
• Je kunt zien of een tekst bedoeld is om te overtuigen of te informeren.
• Je kunt beoordelen of een tekst betrouwbaar is.

Herken jij fake nieuws?

1. Ja, altijd
2. Soms wel, soms niet
3. Nee, nooit

Heb je wel eens fake nieuws gelezen?

1. Ja
2. Nee
3. Weet ik niet

Fake nieuws of betrouwbare teksten

Leerdoel

• Je kunt een tekst kritisch lezen om te beoordelen of een tekst betrouwbaar is.

Uitleg
Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar > kritisch lezen > stel vragen.

• Hoe deskundig is de schrijver? Let op kennis en ervaring.
• Wat is het doel van de tekst? Wil de schrijver informeren, overtuigen of activeren?
• Hoe volledig is de tekst? Worden alle feiten verteld?
• Wat is de bron van de tekst? Let op de datum  en de bron.

Deskundigheid van de auteur

Doel van een tekst

informeren - overtuigen

Informeren -> om lezer iets te weten te laten komen.

Feiten ->uitleg, instructie, bericht over wat er is gebeurd of nog gaat gebeuren

Overtuigen -> om lezer te overtuigen van gelijk van de schrijver.

Meningen -> column, blog, brief, betoog

Objectiviteit

Feiten en meningen

Voor- en nadelen

Wie is de schrijver? 

Heeft hij al een voorkeur?

• Feiten: controleerbaar
• Meningen: opvattingen

Een betrouwbaar artikel is gebaseerd op feiten

Taalgebruik

Gebruik van bronnen

• Naar welke bronnen wordt er verwezen?
• Zijn dat betrouwbare bronnen?

Sites die niets verkopen, feiten bevatten en 

waarin informatie staat die je op andere 

websites ook ziet, zijn vaak wel betrouwbaar.

Datum van publicatie

Geef straks de betrouwbaarheid van de tekst aan.

Is deze tekst betrouwbaar of niet? Geef aan waarom

een verhaal over een bekend voetbalechtpaar in Story

1. waar
2. niet waar

een artikel over slaapproblemen in Quest

1. waar
2. niet waar

een patiëntenfolder van het ZMC

1. waar
2. niet waar

een tekst over de inhoud van een leesboek op de achterkant

1. waar
2. niet waar

een tekst over een coronavaccin in een Russische krant

1. waar
2. niet waar

een advertentie over de nieuwste IPhone SE voor 450 euro

1. waar
2. niet waar