In de rol van de Teler

In de rol van de Teler 





Grondsoorten & bodemprofiel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

In de rol van de Teler 





Grondsoorten & bodemprofiel

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les 
  • Leerdoelen
  • Hoe is het landschap in Nederland ontstaan? (filmpje)
  • Wat voor grondsoorten zijn er? (uitleg)
  • Ligging van de grondsoorten (uitleg)
  • Kaart inkleuren grondsoorten
  • Grondboring 
  • Bodemdiertjes zoeken 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan na deze les de namen opnoemen van de zes grondsoorten
  • Je kan na deze les de kenmerken opnoemen van de zes grondsoorten
  • Je kan na deze les vertellen wat een bodemprofiel is 
  • Je kan na deze les een bodemprofiel maken 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een grondsoort?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een bodemprofiel?

Slide 5 - Open vraag

0

Slide 6 - Video

Wat voor grondsoorten zijn er?
  • Duin
  • Zeeklei
  • Zand
  • Veen
  • Rivierklei
  • Löss 

Slide 7 - Tekstslide

Ligging van de grondsoorten

Slide 8 - Tekstslide

Duin
Kenmerken:
  • Heuvel van fijn zand
  • Onderdeel van waterkering
  • Plant 

Slide 9 - Tekstslide

Zeeklei
Kenmerken:
  • Erg compact
  • Blauwgrijs
  • Geschikt voor verbouw van a
    aardappelen 

Slide 10 - Tekstslide

Zand
Kenmerken:
  • Kleine stukjes steen
  • Kan glas gemaakt van worden
  • Zonder dit kan je niet gamen

Slide 11 - Tekstslide

Veen
Kenmerken:
  • Nat
  • Sponsachtig
  • Niet geschikt voor
    akkerbouw (te zuur & te nat)

Slide 12 - Tekstslide

Rivierklei
Kenmerken:
  • Grijsblauw (als er veel ijzer
    inzit kleurt het oranje)
  • Dichte structuur
  • Voor verbouw van snelgroeiende
    gewassen zoals mais en suikerbieten

Slide 13 - Tekstslide

Löss
Kenmerken:
  • Geelrode kleur
  • Heel erg fijn
  • Erg vruchtbaar voor akkerbouw
    en teelt 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Bodemdiertjes zoeken
1. Zoek 10 bodemdiertjes en fotografeer deze
2. Zoek uit welke diertjes het zijn
3. Zet de foto's in een Word bestand en schijf de namen van de bodemdiertjes erbij.

Slide 17 - Tekstslide

Bodemprofiel
  • Een ''strookje'' met grondsoorten
    die je uitlegt en dan kan zien welke
    grondsoorten er in de grond zitten.
  • Niet elke plant groeit op dezelfde grondsoort.
  • Een distel groeit op zandgrond en een
    pioenroos op kleigrond.
  • Er kan niet altijd op dezelfde manier gebouwd worden op de grond.
  • Fundering op palen wordt gedaan bij kleigrond omdat anders het gebouw te snel zakt in de grond.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Praktijk 
  • Lees de instructieblad eerst door
  • Vragen?
  • Op naar buiten! 


Slide 20 - Tekstslide

Welke bodemdiertjes heb jij allemaal gevonden?

Slide 21 - Open vraag

Waar moet je allemaal op letten als je een nette mail schrijft?

Slide 22 - Open vraag

Evaluatie 
Product evaluatie
  • Waarom groeit niet elke plantensoort op dezelfde grondsoort?
  • Waarom kan je niet hetzelfde bouwen op elke grondsoort? 
  • Hoe vond je de les gaan?
  • Hoe vond je het samenwerken?


  • Bij welk beroep is het handig om dit allemaal te weten?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Nette mail opstellen

  • Wat zet je in het onderwerp?
  • Hoe begroet je ?
  • Hoe beëindig je een mail?
Maak een nette mail over wat je vandaag hebt gedaan en stuur deze naar snoordman@zone.college 

Slide 25 - Tekstslide