HF4 Duitsland - 4.2 Made in Germany

4.2 Made in Germany
H4 Duitsland: in het hart van Europa

2h/v
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.2 Made in Germany
H4 Duitsland: in het hart van Europa

2h/v

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Wat is de kracht van de Duitse economie?

Slide 2 - Tekstslide

Auto-industrie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hightech-industrie
Hooggeschoolde vakmensen
Aandacht voor onderzoek en ontwikkeling van nieuwe technieken en producten

-> hoge kwaliteit
-> exportproduct
-> zorgt voor werkgelegenheid
-> agglomeratievoordelen in Duitsland

Slide 5 - Tekstslide

Welke Duits merk ken jij, wat géén automerk is?

Slide 6 - Open vraag

"Made in Germany" (gemaakt in Duitsland) staat voor
A
Productie voor de eigen markt
B
Goedkope producten
C
Goede kwaliteit
D
Lowtech

Slide 7 - Quizvraag

Duitse sterke economie
made in germany = goede kwaliteit

Industrie
Dienstensector

Slide 8 - Tekstslide

Duitse sterke economie
secundaire en tertiaire sector:
Industrie: op alle vlakken (machines, elektro etc.)
Diensten: grote moderne bedrijven
Financieel: Frankfurt

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waar is de werkeloosheid het hoogst?
A
Sachsen Anhalt
B
Bayern
C
Thuringen
D
Brandenburg

Slide 11 - Quizvraag

Regionale verschillen
  • Oosten: hoge werkloosheid   -> gevolg van verdeling
  • Ruhrgebied en Saarland: mijnbouw en zware industrie verdwenen, hoge werkloosheid
  • Zuiden: sterkste gebied

Mindere gebieden: vernieuwing en modernisering

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten
Maak H4 par. 2 opdracht 1 t/m 3, 5, 7 t/m 10, 13

Slide 13 - Tekstslide

Werken in sectoren
  • 1e sector: landbouw (Het werk waarbij producten regelrecht uit de natuur worden gehaald)
  • 2e sector: industrie
  • 3e sector: diensten

Slide 14 - Tekstslide

Van landbouw naar diensten

Slide 15 - Tekstslide

Mijn ouders werken in... (er is geen fout antwoord)
A
De eerste sector (landbouw, visserij)
B
De tweede sector (industrie)
C
De derde sector (diensten)

Slide 16 - Quizvraag

Verschuiving in sectoren
Eerst de voedselvoorziening

Dan de industrie (vaak minder kennis nodig, denk kleding)

Dan de high-tech industrie maar vooral dienstensector.


Slide 17 - Tekstslide