Kennismaking UV HF3

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 3,4

Communicatie met de klant

Hoofdstuk 3

Doel

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:

• Hoe een haar is opgebouwd.
  
• Wat de eigenschappen van een haar zijn.
  
• Wat de functie van haar is.
  
• De theorie over een haar- en hoofdhuiddiagnose.

Opbouw van het haar

Eigenschappen van het haar

• Glans
• Rekbaar
• Veerkracht
• Vochtaantrekkend (hygroscopisch)
• Vochtopzuigend (capillair)

Functies van het haar

• Sierfunctie
• Bescherming: bijvoorbeeld tegen zweet en verontreiniging.
• Hoofdhaar beschermt je hoofdhuid tegen direct zonlicht en werkt als stootkussen.
• Isolatie: het haar op je lichaam vormt een isolerende laag tegen kou.
• Sociale functie: Met je haren kun je aan andere mensen laten zien wat voor een persoon je bent, bijvoorbeeld als punker of hippie.

Haar- en hoofdhuiddiagnose

Voordat je begint met de behandeling, moet je goed kijken naar wat voor haar en hoofdhuid een klant heeft. je kijkt naar:

• Hoofdhuid
• Haar
• Krulsterkte
• Kruinen
• Scheiding
• Haarinplant
• Verzorgingsproduct
• Wens van de klant

Hoofdhuid

• Droog: Schilferig (roos), geïrriteerd (rode plekjes), jeuk of het haar is nog niet vet na 3 dagen niet wassen.
• Normaal: De hoofdhuid ziet er rustig uit, er zijn geen bijzonderheden.
• Vet: Het haar plakt aan elkaar bij de aanzet (waar haar uit hoofdhuid komt), hoofdhuid voelt vet aan of hoofdhuid + haar zijn vet na een dag niet wassen.

Geïrriteerde hoofdhuid: Rode gevoelige of jeukende plekjes.

Roos: schilfers over gehele hoofdhuid.

Wratjes: uitstulpende bultjes op hoofdhuid.

Haartype

• Droog: Geverfd (chemisch behandeld), veel behandeld met stijltang of het haar ziet er pluizig en weerbarstig uit en glanst niet.
• Normaal: Gezond, glanst en niet chemisch behandeld.
• Vet: Het haar glanst aan de aanzet of plakt aan elkaar.
• Beschadigd: Geverfd (chemisch behandeld) of vaak gestyled.
• Zeer beschadigd: Geblondeerd (lichter gemaakt), meerdere malen chemisch behandeld of glanst niet + punten zijn dun en breekbaar.

Aan de slag

• Lezen en opdrachten maken hoofdstuk 3 (bladzijde 41 t/m  54).
• Praktijkopdracht 3 'haar en hoofdhuid' maken (bladzijde 171 t/m 193). 
• Test je kennis: Hierna volgen een aantal vragen over de theorie.

Wat is de schubbenlaag?

1. De binnenste laag van het haar.
2. Dit zorgt ervoor dat het haar krult.
3. De buitenste laag van het haar.
4. Dit zorg ervoor dat het haar stijl is.

Waar zorgt de vezellaag voor?

1. Sterkte en elasticiteit
2. De kleur van het haar
3. De dikte van het haar
4. De gladheid van het haar

Wat zijn pigmenten?

1. Deze bepalen de elasticiteit van het haar.
2. Deze bepalen de vorm van het haar.
3. Deze bepalen de kleur van het haar.
4. Deze bepalen de lengte van het haar.

Hoe noemt men pigment ook wel?

1. Kleur
2. Melanine
3. Merg
4. Schubben

Een haar is vochtaantrekkend, hoe noemt men dit ook wel?

1. Hygroscopisch
2. Rekbaar
3. Veerkracht
4. Spons

Waarvoor dienen neus- en oorharen?

1. Isolatie
2. Beter werkende zintuigen
3. Sierfunctie
4. Bescherming

Hoe herkent men een droge hoofdhuid?

1. Er is niks bijzonders te zien aan de hoofdhuid.
2. De hoofdhuid is schilferig, geïrriteerd en jeukt.
3. Het haar plakt.
4. Er zijn wratten zichtbaar.

Wat is een kruin?

1. De rand waar het haar de hoofdhuid uitkomt.
2. Een draaiing waar het haar de hoofdhuid uitkomt.
3. Een kale plek op de hoofdhuid.
4. Een scheiding.

Het haar is chemisch behandeld. Wat houdt dit in?

1. Het haar is lange tijd niet behandeld met een verzorgend product.
2. Het haar is geverfd.
3. Het haar is behandeld met een verzorgend product.
4. Het haar is gewassen.

Waarom voert men een haar- en hoofdhuiddiagnose uit?

1. Om te bepalen hoe de klant geknipt moet worden.
2. Om te bepalen welke wastechnieken men moet uitvoeren.
3. Om te bepalen hoe de klant gekleurd wil worden.
4. Om te bepalen hoe lang men bezig zal zijn met de klant.

Wat is je vraag over deze les?

Heb je fijn gewerkt? Was de theorie moeilijk? Wat is je gevoel na deze les?

😒🙁😐🙂😃