open en gesloten vragen

Thema 1 - gesprekken voeren spreken & luisteren

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 - gesprekken voeren spreken & luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Open vragen
Een open vraag begint met een vragend voornaamwoord zoals: hoe, wat, waar, waarom, wie, welke, hoezo enz.

Bijvoorbeeld: Hoe was je dag vandaag?

Slide 3 - Tekstslide

Gesloten vraag
Een gesloten vraag is een vraag die je alleen maar met ja of nee kan beantwoorden.

Bijvoorbeeld: Heb jij je huiswerk gemaakt?

Slide 4 - Tekstslide

open vraag
Gesloten vraag
Hoe was je dag vandaag?
Waarom vind jij haar niet leuk?
Vind jij hem leuk?
Heb jij je pijn gedaan?
Wat bedoel je met lekker?
Hou jij van chocolade?
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Bent u getrouwd?

Slide 5 - Sleepvraag

Bedenk in 1 minuut zoveel mogelijk open vragen bij deze stelling:
jongeren moeten harder aangepakt worden!

Slide 6 - Open vraag

Vervolgvraag
Als je antwoord hebt gekregen op een vraag, dan kan je hierover nóg een vraag stellen. Dat heet een vervolgvraag

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk een vervolgvraag.
vraag: Hoe was jouw kerstvakantie?
antwoord: Niet zo leuk....
vervolgvraag: .......

Slide 8 - Open vraag

Opdrachten
blz. 58 t/m 62 opdracht 1 t/m 3
klaar: nakijken/Studiemeter


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link