In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vandaag...
Houding tijdens presenteren of debat.
Tips om aantrekkelijk te spreken.
Slide 1 - Tekstslide
Presenteren.... kun je leren!
Slide 2 - Tekstslide
Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Welke verschillen kun je noemen?
Slide 7 - Woordweb
Wat is belangrijk aan je houding?
Slide 8 - Woordweb
Houding
Sta met twee benen op de grond.
Je knieën een beetje gebogen en niet op slot.
Je armen langs je lichaam.
Rug recht, schouders naar achteren.
Ogen het publiek in.
Slide 9 - Tekstslide
In een presentatie kun je verbale en non-verbale communicatie gebruiken....
Slide 10 - Tekstslide
Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen
Slide 12 - Quizvraag
Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Oefenen van je presentatie moet altijd met publiek
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Een flesje water meenemen bij je presentatie mag tijdens het examen spreken.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Rondlopen tijdens ons examen spreken is een goed idee.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Relaxte houding, schouders naar achter zijn:
A
verbaal
B
non-verbaal
Slide 18 - Quizvraag
Handen in je broekzak is perfect met presenteren
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Lager en rustiger praten is beter dan snel en hoog praten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Tips om aantrekkelijk te presenteren:
Maak je publiek nieuwsgierig. Open je presentatie of het debat door iets (grappigs) te vertellen wat je zelf hebt meegemaakt. Je kunt ook beginnen met een vraag.
Sta rechtop en probeer zo natuurlijk mogelijk te bewegen. Houd je handen uit je zakken.
Kijk je publiek zo veel mogelijk aan terwijl je praat.
Spreek duidelijk, rustig en verstaanbaar.
Sluit je presentatie of het debat af met een leuke of opvallende laatste opmerking, een ‘uitsmijter’.