Susan les 2, communicatie 2, VP23 BOL

Communicatie 2


Les 2
groepsdynamica
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie 2


Les 2
groepsdynamica

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Aanwezigheid
- Deelopdracht 1
- Groepsdynamica
- Groepsfasen



Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kan je benoemen:
  • wat groepsdynamica is
  • Welke fasen er bij groepsvorming horen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Deelopdracht 1: Groepsdynamica in de BPV
1) De onderdelen van groepsdynamica op je BPV plek observeren en bespreken met een collega.

2)  Onderzoek de dynamica tussen:
a) Cliënten onderling, of:
b) Cliënten en begeleiders; of:
c) Cliënten en het sociale netwerk.

3) Maak in vrije vorm (hoe jij dit wilt: bijv verslag of met plaatjes) inzichtelijk hoe de groepsdynamiek is.

4)  Upload de uitgewerkte groepsdynamiek als bijlage in Dulon Online.


Slide 5 - Tekstslide

Deelopdracht 1: Groepsdynamica in de BPV
• Groepsrollen.
• Groepsnormen.
• Groepscohesie.
• Conflicten en samenwerking.
Soorten groepen: 
  • Primaire groep of Secundaire groep.
  • Formele groep of Informele groep.
  • Homogene groep of Hetrogene groep.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Groepsdynamiek

Slide 8 - Woordweb

Goepsdynamica
= interacties en gedragingen binnen een groep mensen.
Het onderzoekt hoe mensen in een groep met elkaar omgaan, hoe groepsstructuren en rollen ontstaan, en hoe deze dynamiek het welzijn van de groep beïnvloedt.

Onderdelen van groepsdynamica zijn:
• Groepsrollen: De verschillende rollen (leider, volger, bemiddelaar, enz).
• Groepsnormen: De ongeschreven regels en verwachtingen.
Groepscohesie: De mate van verbondenheid en solidariteit binnen de groep.
Conflicten en samenwerking: Hoe conflicten ontstaan en worden opgelost, en hoe samenwerking wordt bevorderd.


Slide 9 - Tekstslide

Aspecten binnen een groep
Groepsdynamica zegt iets over de processen in de groep.


Proces aspect​
Omgangsregels, normen en relaties


Taak aspect
De zaken waarmee de groep bezig is en waarover de groep praat. bv gezamenlijk doel 

Slide 10 - Tekstslide

Soorten groepen
  • Primaire groep: Groep in de directe omgeving van de cliënt. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband. 
  • Secundaire groep: Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel. 
  • Formele groep: Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
  • Informele groep: Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen 
  • Homogene groep: Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
  • Hetrogene groep: De  individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar ivm een groepstaak

Slide 11 - Tekstslide

Primaire groep
Secundaire groep
Formele groep
Informele groep
Homegene groep
Hetrogene groep
Groep in de directe omgeving van de cliënt. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband. 
Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel. 
Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen 
Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
De individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar ivm een groepstaak

Slide 12 - Sleepvraag

Veilig groepsklimaat
  • Zorg voor opgeruimde en gezellige ruimten.
  • Geef elke zorgvrager persoonlijke aandacht. 
  • Houd rekening met de persoonlijke wensen. 
  • Bied de ruimte om zijn mening of juist niets te zeggen.
  • Treed zo nodig corrigerend op bij storend gedrag.
  • Observeer en maak problemen bespreekbaar.
  • Grijp in bij ruzie.

Slide 13 - Tekstslide

Altijd lid van een groep
Functies: 
Basisbehoefte van een mens om ergens bij te horen. Verschaft identiteit en status.  Wij gevoel. 

Doelen: 
          Taakdoel: een gezamenlijke taak die de groep wil vervullen (werk, sport)
          Sfeerdoel: hoe mensen met elkaar omgaan, samenwerken (bewust en onbewust) 
Sfeer en taakdoelen zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar

Voor en nadelen: 
          Voordelen: verschaft identiteit, geeft gevoel ergens bij te horen
          Nadelen: mensen worden afhankelijk van de groep

Slide 14 - Tekstslide

Groepskarakteristieken 
Groepskarakteristieken bepalen het karakter van de groep. 
  • Groepscultuur: bestaat uit normen en waarden. (formele en informele groepen)
  • Groepssocialisatie:  eigen maken van de groepscultuur
  • Groepsdruk: Iedereen wil ergens bij horen. Negatief en positief
  • Groepscohesie: een groep die een geheel vormt. Iedereen krijgt voldoende ruimte om zichzelf te zijn, taken en verantwoordelijkheden zijn eerlijk verdeeld. 
  • Groepsrollen: leiders, sfeermakers, meelopers, dwarsliggers, zondebokken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

    Groepsfasen

Slide 17 - Tekstslide

Groepsfasen







          1 Forming   2 Storming   3 Norming  4 Performing 5 Adjourning

Slide 18 - Tekstslide

Forming
  • De mensen kennen elkaar niet.
  • Er is geen verbondenheid.
  • De aandacht is vooral gericht op de centrale figuur, meestal de officiële   teamleider.
  • In deze fase zal de teamleider zijn autoriteit moeten neerzetten en de   autoriteit uitstralen die de leden van hem verwachten.
  • Of niet…

Slide 19 - Tekstslide

Storming
  • Fase van conflict en chaos.
  • Verschillen, Irritaties en conflicten komen aan de oppervlakte. Worden vaak openlijk uitgespeeld.
  • Elk teamlid streeft zijn eigen standpunten en belangen na.
  • Meer ik-gevoel dan wij-gevoel.
  • Sommige groepsrollen worden duidelijk.

Slide 20 - Tekstslide

Norming
  • De groepsnormen worden duidelijk.
  • Deelnemers accepteren hun groepsrol.
  • Samenwerking komt op gang, de manier waarop wordt soms expliciet vastgelegd.
  • Ieder teamlid wordt zich er van bewust dat hij de ander   nodig heeft.

Slide 21 - Tekstslide

Performing
  • Geen individuen maar teamspelers.
  • Grote betrokkenheid bij elkaar en de teamdoelen.
  • Open communicatie, uitspreken van gevoel en het geven van feedback.
  • Een goed functionerend team.

Slide 22 - Tekstslide

Reforming (evaluatie)
  • Een team zal weer uit elkaar vallen of deelnemers nemen   afscheid.
  • Emoties rond het afscheid.
  • Als het team doorgaat, komen ze opnieuw in de forming   fase.
  • Rollen worden herverdeeld.

Slide 23 - Tekstslide

Elke fase vraagt om een andere interventie

Slide 24 - Tekstslide

Herken je fases in relatie tussen
zorgvrager - zorgvrager
zorgvrager - zorgverlener
zorgverlener- sociale kring

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat is groepsdynamica
A
De indeling van de groep
B
Gaat over processen die zich in de groep afspelen
C
de invloeden vanuit de maatschappij
D
Zijn de normen en waarden van een groep

Slide 27 - Quizvraag

Welke groepsaspecten hebben we behandeld?
A
Proces en doel
B
Individu, taak en doel
C
Proces, taak en doel
D
Proces en taak

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een voordeel van een groep?

Slide 29 - Open vraag

Wat is een nadeel van een groep?

Slide 30 - Open vraag

Wat is de basisbehoefte van een mens als het gaat om groepen?

Slide 31 - Open vraag

Als er sprake is van gelijke kenmerken, tot welke groep behoort iemand dan?
A
Informele groep
B
Homogene groep
C
Secundaire groep
D
Hetrogene groep

Slide 32 - Quizvraag

Groeps-
karakteristieken

Slide 33 - Woordweb

Welke fase hoort er niet bij?
A
forming
B
storming
C
Performing
D
Newforming

Slide 34 - Quizvraag

In welke fase komt de groep terecht nadat iemand de groep verlaten heeft?
A
Norming
B
Storming
C
Performing
D
Forming

Slide 35 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om de fasen van een groepsproces te herkennen?

Slide 36 - Open vraag

Werken aan de e-learnings

Slide 37 - Tekstslide




               Volgende les:
                     Vragen?

Slide 38 - Tekstslide