AIM h1up les articles
1 / 29
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
LE betekent..
A
de/het
B
een
Slide 2 - Quizvraag
Het lidwoord "LE" is...
A
masculin
B
féminin
Slide 3 - Quizvraag
LA betekent..
A
de/het
B
een
Slide 4 - Quizvraag
LA is...
A
masculin
B
féminin
Slide 5 - Quizvraag
LA is..
A
masculin
B
féminin
Slide 6 - Quizvraag
La fille is..
A
masculin
B
féminin
Slide 7 - Quizvraag
La chaise is..
A
masculin
B
féminin
Slide 8 - Quizvraag
Le français is..
A
masculin
B
féminin
Slide 9 - Quizvraag
un betekent..
A
de/het
B
een
Slide 10 - Quizvraag
une betekent..
A
de/het
B
een
Slide 11 - Quizvraag
Welke "een" is masculin?
A
un
B
une
Slide 12 - Quizvraag
Une is...
A
masculin
B
féminin
Slide 13 - Quizvraag
De jongen = le garçon
Een jongen =...
Een jongen =...
A
la garçon
B
une garçon
C
un garçon
D
des garçons
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer gebruik je L' ?
Slide 15 - Open vraag
een auto = une auto
de auto = ...
de auto = ...
Slide 16 - Open vraag
Le/la/l' en un/une zijn...
A
singulier
B
pluriel
Slide 17 - Quizvraag
Dit lidwoord/deze lidwoorden gebruik je bij pluriel (meervoud)
A
un
B
la
C
les
D
des
Slide 18 - Quizvraag
de klas = la classe
de klassen =...
de klassen =...
A
la classes
B
les classe
C
des classes
D
les classes
Slide 19 - Quizvraag
een boek = un livre
boeken = ..
boeken = ..
A
les livres
B
des livres
C
des livre
D
la livres
Slide 20 - Quizvraag
Écris au pluriel:
le garçon
le garçon
Slide 21 - Open vraag
Écris au pluriel:
une chaise
une chaise
Slide 22 - Open vraag
Écris au pluriel:
une carte
une carte
Slide 23 - Open vraag
Écris au pluriel:
l'hôtel
l'hôtel
Slide 24 - Open vraag
Qu'est-ce que la fille fait?
Slide 25 - Open vraag
Qu'est-ce qu'il fait?
Slide 26 - Open vraag
Qu'est-ce qu'il fait?
Slide 27 - Open vraag
Qu'est-ce que la madame fait?
