W2 L1: Contractfilosofen

Ik heb een lange dag en wil vanmiddag veel chocola eten. De chocoladerepen zijn dus van mij.
Welkom
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Ik heb een lange dag en wil vanmiddag veel chocola eten. De chocoladerepen zijn dus van mij.
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

  1. Herhaling
  2. Uitleg: Contractfilosofen.
  3. Aan de slag 
Programma

Slide 2 - Tekstslide

1. Leg in je eigen woorden uit wat de twee betekenissen van het woord utopie zijn.
2. Kies een voorbeeld van een fictieve wereld en beargumenteer of dit een utopie is of niet.
3. Benoem het gevaar van utopisch denken


Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

1. Leg in je eigen woorden uit wat de twee betekenissen van het woord utopie zijn.
2. Kies een voorbeeld van een fictieve wereld en beargumenteer of dit een utopie is of niet.
Mark Rutte zei ooit: "Een visie is als een olifant die het zicht belemmert."
3. Benoem het gevaar van utopisch denken en gebruik dit om de uitspraak van Rutte te ondersteunen.


Herhaling

Slide 5 - Tekstslide

2. Ik kan de ideeën van de contractfilosofen uitleggen, toepassen en beoordelen.
Dat betekent:
• Ik kan de begrippen natuurtoestand, maatschappelijk verdrag en natuurrecht uitleggen en toepassen..
• Ik kan Hobbes’ standpunt dat we vrijheid inleveren omdat de mens van nature wreed en zelfzuchtig is uitleggen, toepassen en beoordelen.
• Ik kan Lockes standpunt dat we vrijheid inleveren om onze natuurrechten te beschermen uitleggen, toepassen en beoordelen.
• Ik kan Rousseaus standpunt dat we door de maatschappij van zelfliefde naar eigenliefde zijn gegaan en uitleggen, toepassen en beoordelen.

Slide 6 - Tekstslide

De contractfilosofen stellen 3 belangrijke vragen:

  1. Is de mens goed of slecht?
  2. Waarom leveren we vrijheid in?
  3. Hoe moet je de samenleving inrichten?
De Contractfilosofen

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf op:

  1. Beargumenteer of je denkt dat de mens goed of slecht is. Schrijf op wat je bedoelt met goed of slecht.
  2. Geef twee voorbeelden die je argument ondersteunen. (Iets dat in de geschiedenis is gebeurt, of iets dat je zelf hebt meegemaakt)
Is de mens goed of slecht?
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Tweede Wereldoorlog:

  • Bijna 6 miljoen onschuldige Joodse mensen vermoord.
  • In totaal 75 miljoen mensen gestorven.
  • Enorm veel mensen hielpen of steunden Hitler.
Is de mens goed of slecht?

Slide 9 - Tekstslide

Tweede Wereldoorlog:
Maar:
  • Hitler gebruikte heel veel antisemitische propaganda.
  • De Nazi's moesten veel dwang gebruiken om het volk te laten luisteren.
  • Ook veel mensen kwamen in verzet tegen de Nazi's.
Is de mens goed of slecht?

Slide 10 - Tekstslide

Milgram experiment:

  • Wetenschappelijke studie na WOII
  • Participant wordt verteld dat wetenschappers een studie doen naar geheugen.
  • Participant moet steeds grotere schokken geven als iemand een vraag fout beantwoordt.
Is de mens goed of slecht?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Milgram experiment:

  • Participanten gingen door zelfs als ze schreeuwen van pijn hoorden.
  • Participanten gingen zelfs door al de schok dodelijk kon zijn.
Is de mens goed of slecht?

Slide 13 - Tekstslide

Milgram experiment:
Maar:
  • Participanten dachten dat ze de wetenschap hielpen.
  • Participanten moesten echt overgehaald worden door wetenschappers.
  • Als één iemand nee zei, zei de hele groep nee.
Is de mens goed of slecht?

Slide 14 - Tekstslide

  • Wat denken we nu? 

  • Waarom is het lastig om deze vraag te beantwoorden?

  • Welke vraag kunnen we beter stellen?
Is de mens goed of slecht?

Slide 15 - Tekstslide

  • Wat denken we nu? 

  • Waarom is het lastig om deze vraag te beantwoorden?
Omdat mensen altijd beïnvloed worden.
  • Welke vraag kunnen we beter stellen?
Is de mens van zichzelf goed of slecht?
Is de mens goed of slecht?

Slide 16 - Tekstslide

Lees hoofdstuk 2 en beantwoord de volgende vragen:
  1. Leg uit wat de contractfilosofen bedoelen met de natuurtoestand.
  2. Leg uit of Locke, Rousseau en Hobbes denken dat de mens goed of slecht is.
  3. Beargumenteer of jij denkt dat mensen in de natuurtoestand goed of slecht zouden zijn.
Aan de slag:

Slide 17 - Tekstslide

  • Natuurtoestand: Fictieve toestand van de mens voordat we in een samenleving samen woonde.
  • Maatschappelijk verdrag: Symbolische overeenstemming die mensen maken als ze samen wonen.
  • Natuurrecht: Idee dat alle mensen bepaalde rechten hebben omdat ze mensen zijn.
Ik kan de begrippen natuurtoestand, maatschappelijk verdrag en natuurrecht uitleggen en toepassen..

Slide 18 - Tekstslide

Stel je voor: 
HAVO 4 gaat op schoolreis en het vliegtuig crashed op een onbewoond eiland.
  • Zal het jullie lukken om vredig samen te wonen zonder docenten of regels?
  • Welke afspraken maak je? Is er één leider?
  • Wat doe je als iemand niet meehelpt om te overleven?
Ik kan de begrippen natuurtoestand, maatschappelijk verdrag en natuurrecht uitleggen en toepassen..

Slide 19 - Tekstslide

2. Ik kan de ideeën van de contractfilosofen uitleggen, toepassen en beoordelen.
Dat betekent:
• Ik kan de begrippen natuurtoestand, maatschappelijk verdrag en natuurrecht uitleggen en toepassen..
• Ik kan Hobbes’ standpunt dat we vrijheid inleveren omdat de mens van nature wreed en zelfzuchtig is uitleggen, toepassen en beoordelen.
• Ik kan Lockes standpunt dat we vrijheid inleveren om onze natuurrechten te beschermen uitleggen, toepassen en beoordelen.
• Ik kan Rousseaus standpunt dat we door de maatschappij van zelfliefde naar eigenliefde zijn gegaan en uitleggen, toepassen en beoordelen.

Slide 20 - Tekstslide