Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhalen regelmatig ww en ontkenning
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Les buts
-Herhalen van de grammatica voor de toets van maandag
-Ik kan toepassen:
-Werkwoorden op -er
-Ontkenning: ne... pas
Slide 2 - Tekstslide
je
je .....
ik zing
tu
tu ....
jij zingt
il/elle
il/elle ....
hij/zij zingt
on
on ....
wij zingen
nous
nous ....
wij zingen
vous
vous ....
jullie zingen/ u zingt
ils/elles
ils/elles ...
zij zingen
Regelmatige werkwoorden op -er (chanter)
Slide 3 - Tekstslide
je
je chante
ik zing
tu
tu ....
jij zingt
il/elle
il/elle ....
hij/zij zingt
on
on ....
wij zingen
nous
nous ....
wij zingen
vous
vous ....
jullie zingen/ u zingt
ils/elles
ils/elles ...
zij zingen
Regelmatige werkwoorden op -er (chanter)
Slide 4 - Tekstslide
je
je chante
ik zing
tu
tu chantes
jij zingt
il/elle
il/elle ....
hij/zij zingt
on
on ....
wij zingen
nous
nous ....
wij zingen
vous
vous ....
jullie zingen/ u zingt
ils/elles
ils/elles ...
zij zingen
Regelmatige werkwoorden op -er (chanter)
Slide 5 - Tekstslide
je
je chante
ik zing
tu
tu chantes
jij zingt
il/elle
il/elle chante
hij/zij zingt
on
on ....
wij zingen
nous
nous ....
wij zingen
vous
vous ....
jullie zingen/ u zingt
ils/elles
ils/elles ...
zij zingen
Regelmatige werkwoorden op -er (chanter)
Slide 6 - Tekstslide
je
je chante
ik zing
tu
tu chantes
jij zingt
il/elle
il/elle chante
hij/zij zingt
on
on chante
wij zingen
nous
nous ....
wij zingen
vous
vous ....
jullie zingen/ u zingt
ils/elles
ils/elles ...
zij zingen
Regelmatige werkwoorden op -er (chanter)
Slide 7 - Tekstslide
je
je chante
ik zing
tu
tu chantes
jij zingt
il/elle
il/elle chante
hij/zij zingt
on
on chante
wij zingen
nous
nous chantons
wij zingen
vous
vous ....
jullie zingen/ u zingt
ils/elles
ils/elles ...
zij zingen
Regelmatige werkwoorden op -er (chanter)
Slide 8 - Tekstslide
je
je chante
ik zing
tu
tu chantes
jij zingt
il/elle
il/elle chante
hij/zij zingt
on
on chante
wij zingen
nous
nous chantons
wij zingen
vous
vous chantez
jullie zingen/ u zingt
ils/elles
ils/elles ...
zij zingen
Regelmatige werkwoorden op -er (chanter)
Slide 9 - Tekstslide
je
je chante
ik zing
tu
tu chantes
jij zingt
il/elle
il/elle chante
hij/zij zingt
on
on chante
wij zingen
nous
nous chantons
wij zingen
vous
vous chantez
jullie zingen/ u zingt
ils/elles
ils/elles chantent
zij zingen
Regelmatige werkwoorden op -er (chanter)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
De ontkenning:
Max parle français
Persoonsvorm? Huh? Wat is dat?
-Zin vragend maken
-zin in andere tijd zetten:
-Onderwerp enkelvoud/meervoud zetten:
Praat
Max Frans?
Max
praatte
Frans
Max en Daan
praten
Frans
Slide 12 - Tekstslide
Ne / n'
Ne verandert in
Wanneer gebruik je N'.... ?
Slide 13 - Tekstslide
Ne / n'
Ne verandert in
Je gebruikt n' als het werkwoord begint met een klinker AEIOU
Wanneer gebruik je N'.... ?
Slide 14 - Tekstslide
Ne / n'
Ne verandert in n' als het werkwoord begint met een klinker:
J'aime le pain => Je n'aime pas le chocolat
J'habite à Paris =>
C'est un poisson =>
Slide 15 - Tekstslide
Ne / n'
Ne verandert in n' als het werkwoord begint met een klinker:
J'aime le pain => Je n'aime pas le chocolat
J'habite à Paris => Je n'habite pas à Bordeaux
C'est un poisson =>
Slide 16 - Tekstslide
Ne / n'
Ne verandert in n' als het werkwoord begint met een klinker:
J'aime le pain => Je n'aime pas le chocolat
J'habite à Paris => Je n'habite pas à Bordeaux
C'est un poisson => Ce n'est pas un chien
Slide 17 - Tekstslide
Ne / n'
J'aime le saumon => Je ............. la viande
Maak ontkennend met: n'.. pas
Slide 18 - Tekstslide
Ne / n'
J'aime le saumon. => Je n'aime pas la viande.
Slide 19 - Tekstslide
Ne / n'
J'habite à Lisse. => Je ......... à Nieuw-Vennep.
Maak ontkennend met: n'.. pas
Slide 20 - Tekstslide
Ne / n'
J'habite à Lisse. => Je n'habite pas à Nieuw-Vennep.
Slide 21 - Tekstslide
Ne / n'
C'est un recette. => Ce ........... un menu.
Maak ontkennend met: n'.. pas
Slide 22 - Tekstslide
Ne / n'
C'est un recette. => Ce n'est pas un menu.
Slide 23 - Tekstslide
Open je Chromebook en LessonUp
Slide 24 - Tekstslide
Vul je de juiste vorm van het werkwoord in:
Elle (aimer) le poisson.
A
aimes
B
aime
C
aimez
D
aiment
Slide 25 - Quizvraag
Welke ontkennende zin is goed?
A
Elle regarde ne pas la télé.
B
Elle ne pas regarde la télé.
C
Elle ne regarde la télé pas.
D
Elle ne regarde pas la télé.
Slide 26 - Quizvraag
Vul je juiste vorm van het werkwoord in.
Nous (chercher) une maison.
A
cherches
B
cherchez
C
cherchent
D
cherchons
Slide 27 - Quizvraag
Welke ontkennende zin is goed?
A
Il ne pas chante une chanson.
B
Il pas une chanson ne chante.
C
Il ne chante pas une chanson.
D
Il ne pas une chanson chante.
Slide 28 - Quizvraag
Vul je juiste vorm van het werkwoord in:
Vous (habiter) à Paris?
A
habitez
B
habitent
C
habitons
D
habite
Slide 29 - Quizvraag
Welke ontkennende zin is dus goed?
A
Nous ne marchons pas 5 kilomètres.
B
Ne marchons pas nous 5 kilomètres.
C
Ne 5 kilomètres nous marchons pas.
D
Ne nous pas marchons 5 kilomètres.
Slide 30 - Quizvraag
Vul je juiste vorm van het werkwoord in.
Je (aimer) la télé.
A
Je aime
B
J'aime
C
J'aimez
D
J'aimons
Slide 31 - Quizvraag
Welke ontkennende zin is goed?
A
C'est ne pas une télévision
B
Ce n'est pas une télévision.
C
Ce ne pas est une télévision.
D
Ce ne télévision pas.
Slide 32 - Quizvraag
Vul je juiste vorm van het werkwoord in:
Tu (parler) espagnol?
A
parles
B
parle
C
parlons
D
parlez
Slide 33 - Quizvraag
Welke ontkennende zin is goed?
A
Vous n' habitez pas à Soest.
B
Vous ne habitez pas à Soest.
C
Soest vous n'habitez pas à.
D
vous ne pas habitez à Soest.
Slide 34 - Quizvraag
Gebruik de juiste vorm van het werkwoord en maak ontkennend:
Lana (manger) une pomme.
Slide 35 - Open vraag
Gebruik de juiste vorm van het werkwoord en maak ontkennend:
Jean est a la maison.
Slide 36 - Open vraag
Gebruik de juiste vorm van het werkwoord en maak ontkennend:
Ties (chercher) sa maman.
Slide 37 - Open vraag
Gebruik de juiste vorm van het werkwoord en maak ontkennend:
Je donne le chocolat.
Slide 38 - Open vraag
Ik weet hoe ik de ontkenning moet toepassen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 39 - Poll
Ik weet hoe ik de regelmatige werkwoorden moet toepassen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 40 - Poll
Meer lessen zoals deze
2H tweede les
Maart 2023
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Chapitre 2 - Herhalen regelmatig ww en ontkenning
Februari 2024
- Les met
42 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
2H eerste les
Maart 2023
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Werkwoorden op -er + ontkenning (ch. 2 bron D+H)
1 maand geleden
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
La négation 2HV chapitre 5
Juni 2024
- Les met
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Franse les (Klas 1 )
Januari 2021
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Herhaling ontkenning, werkwoorden op -er en getallen t/m 100
Januari 2023
- Les met
40 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
A1/H1 les 11
Februari 2021
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1