Je kent de volgende orgaanstelsels, hun organen
en je weet waar ze liggen en dat ze samenwerken:
- ademhalingsstelsel: zuurstof in je bloed
- verteringsstelsel: geeft voedingsstoffen af in je bloed
-bloedvatenstelsel: vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar je spieren
Je weet dat alle cellen glucose en zuurstof nodig hebben voor energie
Je weet dat er energie ontstaat bij de verbranding van glucose
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie
Deze energie gebruikt het lichaam voor bewegen, warm blijven, stoffen maken en afbreken.