S22 - Poëzie (Poëzieweek)

Poëzieweek                                         2024

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Poëzieweek                                         2024

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  1. Je kunt de kenmerken van poëzie onderscheiden.
  2. Je kent de volgende begrippen: (eind)rijm, alliteratie, vers, strofe, refrein, ritme, vergelijking, metafoor.
  3. Je kan al die begrippen toepassen op een artistiek-literaire tekst.
  4. Je weet dat er verschillende soorten gedichten bestaan, elk met eigen typische eigenschappen, ritme en rijmschema.
  5. Je kan zelf een creatief gedicht schrijven.




Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van poëzie?
Waar denk je aan bij het begrip 'poëzie'?

Slide 3 - Open vraag

Wat is poëzie?
Poëzie is een manier om met taal een indruk, een gevoel of een gebeurtenis te uiten. Het is een voorbeeld van een artistiek-literaire tekst met de nadruk op de schoonheid van de taal.

Gedichten zijn een vorm van kunst. De schrijver wil op een creatieve manier een sfeer of een gevoel weergeven aan de lezer, en doet dat met de hulp van bepaalde technieken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Poëzie en muziek
Muziek en poëzie zijn namelijk onlosmakelijk verbonden. Samen ontdekken we hoe!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Poëzie: begrippen

Slide 10 - Tekstslide

Wat is ook alweer een strofe?
A
Het rijmschema van een gedicht
B
Een regel in een gedicht
C
Een alinea van een gedicht
D
Het onderwerp van een gedicht

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een vers?
A
Een versje
B
Een regel van 2 zinnen
C
Een regel in een gedicht
D
Een volzin

Slide 12 - Quizvraag

Een strofe die herhaalt heet een .... .
A
refrein
B
couplet
C
versregel
D
ritme

Slide 13 - Quizvraag

Lay-out (opmaak)
Een strofe =
  • een aantal versregels dat door een witregel gescheiden is van andere versregels;
  • vergelijkbaar met een couplet in een lied en een alinea in een tekst.
  • een strofe die wordt herhaald, heet een refrein.

Slide 14 - Tekstslide

Uit hoeveel strofes bestaat dit gedicht?

Uit hoeveel versregels bestaat dit gedicht?

Slide 15 - Tekstslide

Uit hoeveel strofes bestaat dit gedicht?
A
3
B
4
C
5
D
Geen enkel antwoord is juist.

Slide 16 - Quizvraag

Uit hoeveel versregels bestaat dit gedicht?
A
12
B
14
C
15
D
Geen enkel antwoord is juist.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Ritme
Volgens Jay-Z moeten bepaalde rappers erkend worden als heuse dichters. Rap bevat namelijk ook verzen, strofes, meestal ook rijm én vooral veel ritme. 

Ritme = Je kan meestal een regelmaat vinden in de tekst van gedicht, net zoals een melodie in een liedje.

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen
Wat is eindrijm?

Slide 20 - Tekstslide

Begrippen
Wat is eindrijm?
Eindrijm komt voor wanneer bepaalde verzen eindigen op dezelfde klank.
Bv. 'zee' en 'mee'.

Slide 21 - Tekstslide

Begrippen
Wat is een alliteratie?

Slide 22 - Tekstslide

Begrippen
Wat is een alliteratie?
De beginmedeklinkers van enkele woorden die dicht bij elkaar staan zijn hetzelfde.
Bv. gras & groen
Bv. zicht & zee

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Vergelijking

Slide 27 - Tekstslide

Metafoor
Je bent zo koppig                                                        Wat een koppige
als een ezel.                                                                    ezel!

Slide 28 - Tekstslide

Vergelijking vs. Metafoor
  • Een vergelijking is een zin waarin iets expliciet wordt vergeleken met iets anders ('als', 'alsof', 'zoals' ...).

  • Een metafoor is een stijlfiguur waarbij ook gewerkt wordt met een vergelijking, maar de vergelijking wordt niet expliciet vermeld. Het woordje 'als' of 'zoals' ontbreekt namelijk.

Slide 29 - Tekstslide

Vergelijking vs. Metafoor
  • Voorbeeld vergelijking:
    Ze was als een prachtige zomerdag, de rit naar het zuiden van Frankrijk was als een ware helletocht

  • Voorbeeld metafoor:
    Ze was een prachtige zomerdag, de helletocht naar het zuiden van Frankrijk

Slide 30 - Tekstslide

Gedichtenwedstrijd
  • Schrijf een eigen gedicht bij het thema thuis.
  • Je hebt een volledig vrije keuze in lengte/vorm/inhoud etc.
  • Werk het uit op een creatieve en originele manier: met  potlood/stift/verf/foto/Canva/rap/lied/toneel/film/dans etc.
  • Typ wel zeker ook een versie zodat de leesbaarheid gegarandeerd wordt.
  • Per graad wordt een top 3 gekozen door de leerlingenraad.


Slide 31 - Tekstslide

En nu ...
Inspiratie voor je gedicht! 

Slide 32 - Tekstslide

Flarfgedicht
Een flarf is een gedicht op basis van woorden en zinnen uit zoekresultaten op het internet. Net zoals bij een collage zet je de zinnen of woorden die je googelde, achter of onder elkaar.




Mensen vragen ook
Wat betekent vriendschap?
Wat hoort allemaal bij vriendschap?
Wat betekent vriendschap voor ons?
Waarom is vriendschap belangrijk? 

Slide 33 - Tekstslide

Whatsapp
Maak een samenstelling van whatsappjes die je hebt gestuurd en ontvangen.
ik zie je straks
Samen koffie drinken
Heerlijk samen wandelen
Wat een mooie dag
Wat een geluk



Slide 34 - Tekstslide

Twittergedicht
Blijf binnen het maximum aantal tekens van een Tweet: 140 tekens.

De hashtag #poëzie of #twicht worden hier ook voor gebruikt.

Slide 35 - Tekstslide

Instapoëzie
Ze moeten meteen (‘instantly’) begrepen kunnen worden en zijn daarom vrij kort. Er wordt vaak gespeeld met rijm, ritme en alliteraties. 

Ook het lettertype en de kleuren spelen een belangrijke rol, omdat belangrijk is hoe het eruit ziet. 

De hashtags die hiervoor het meest gebruikt worden zijn #poëzie, #instadichters, #instapoetry of #dichtersvaninstagram.

Slide 36 - Tekstslide

Voorbeeld Instapoëzie: @woordschittering

Slide 37 - Tekstslide

Stiftgedicht
Dit is een kort gedicht dat ontstaat door delen van een artikel of een andere tekst zwart te kleuren.

De woorden die overblijven vormen een samenhangende tekst die poëtisch is of juist geheel absurd kan zijn.

Slide 38 - Tekstslide

Knipselgedicht
Knipselgedichten zijn gedichtcollages. Knip koppen uit kranten, tijdschriften en folders. Dat kunnen zinnen en losse woorden zijn. Leg de uitgeknipte woorden en zinnen naast en onder elkaar. Bedenk bij het rangschikken welk gevoel je wilt overbrengen.

Slide 39 - Tekstslide

Elfje
Dit is een gedicht met een vaste vorm. Het gedicht bevat 11 woorden:

een woord
twee woorden
drie woorden
vier woorden 
een woord

Slide 40 - Tekstslide

Haiku
Dit is een gedicht met een vaste vorm. 

vijf lettergrepen
zeven lettergrepen
vijf lettergrepen

Slide 41 - Tekstslide

Stapelgedicht
Dit is een gedicht dat gevormd wordt met boektitels.

Leg een aantal
boektitels naast of op elkaar en zie hoe een gedicht ontstaat.

Slide 42 - Tekstslide

Typografisch gedicht (figuurgedicht)
Visuele poëzie is experimenteel, speels en creatief. 

De uiterlijke vorm (typografie) speelt een belangrijke vorm. De vorm beeldt de inhoud vaak uit.

Slide 43 - Tekstslide

Dus:

... een gedicht hoeft niet moeilijk te zijn
... een gedicht hoeft niet lang te zijn
... een gedicht hoeft niet te rijmen 

Het mooie is: er hoeven geen regels te zijn, het mág wel!

Slide 44 - Tekstslide