Reanimatie kennis vragen

Kennisvragen Reanimatie
Bron: https://ikehbo.nl/ehbo-toets/reanimatie-test.php 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kennisvragen Reanimatie
Bron: https://ikehbo.nl/ehbo-toets/reanimatie-test.php 

Slide 1 - Tekstslide

Je hebt een verhoogd risico op hartproblemen als je..
A
Doof bent
B
Strakke kleren draagt
C
Veel sport
D
Rookt

Slide 2 - Quizvraag

Waarop ligt de nadruk bij reanimatie?
A
Beademen.
B
Borstcompressies.
C
Bewustzijn controleren.
D
Bloedsomloop controleren.

Slide 3 - Quizvraag

Hoe groot is een mensenhart?
A
zo groot als een mandarijn
B
Zo groot als een vuist
C
Zo groot als een voetbal
D
Zo groot als een knikker

Slide 4 - Quizvraag

Alleen dikke mensen kunnen een hartstilstand krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat moet je NIET doen voor je met het reanimeren start?
A
1-1-2 bellen.
B
Het slachtoffer verplaatsen naar de begane grond.
C
Huisdieren opsluiten, de voordeur open zetten en het licht aan doen.
D
De ademhaling en het bewustzijn controleren.

Slide 6 - Quizvraag

Wat doe je als eerste als je een slachtoffer ziet liggen?
A
Ademhaling checken
B
112 bellen
C
veiligheid checken
D
vraag 'gaat het?'

Slide 7 - Quizvraag

Hoe lang moet de ademhaling gecontroleerd worden?
A
10 seconden.
B
5 seconden.
C
Tot je zeker bent van wel of geen ademhaling.
D
Tot de AED er is.

Slide 8 - Quizvraag

Stelling 1: Iedere eerstehulpverlener (EHBO'er) mag een beademingsballon gebruiken.
Stelling 2: Een eerstehulpverlener (EHBO'er) mag niet reanimeren zonder een beademingsmasker of beademingsdoekje.
A
Stelling 1 is juist.
B
Stelling 2 is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de goede verhouding tussen borstcompressies / beademingen?
A
20 / 5
B
2 / 30
C
15 / 2
D
30 / 2

Slide 10 - Quizvraag

Hoe lang duurt het bij een hartstilstand tot je hersenschade oploopt?
A
1 minuut
B
2 tot 4 minuten
C
4 tot 6 minuten
D
10 minuten

Slide 11 - Quizvraag

Hoe diep moet de borstkas worden ingedrukt?
A
10 cm
B
5-6 cm.
C
Op het gevoel.
D
4-5 cm.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de frequentie van de borstcompressies?
A
30 keer in 1 minuten.
B
Zo snel als je kan.
C
100 - 120 keer per minuut.
D
Maximaal 100 keer per minuut.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is GEEN rede om een reanimatie te stoppen?
A
Het slachtoffer geeft duidelijke tekenen van leven.
B
Je denkt dat het geen zin meer heeft.
C
Je bent volledig uitgeput.
D
Het ambulancepersoneel zegt dat je kan stoppen.

Slide 14 - Quizvraag

Als je met 2 hulpverleners bent:
A
moet je om de 2 minuten wisselen.
B
kan 1 reanimeren en de ander op de ambulance opwachten.
C
gaat 1 beademen en 1 geeft borstcompressies.
D
moet je bepalen wie het best kan helpen.

Slide 15 - Quizvraag

Als je geen AED hebt, kun je een strijkijzer gebruiken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 4
STAP 5
STAP 6
STAP 7
AED / 112
VEILIG VOOR MEZELF?
AANSPREKEN / SCHUDDEN
2 X BEADEMEN
VEILIG VOOR SLACHTOFFER?
30 BORTSTCOMPRESSIES
CONTROLEER ADEMHALING

Slide 17 - Sleepvraag

reanimeren

Slide 18 - Tekstslide