Klas 2 les 20 schooljaar 2023/2024

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Guten Tag! :)

Ga rustig zitten op jouw plek en leg jouw spullen op tafel en start jij met de startopdracht.

Vertaal de zinnen op het werkblad en maak de grammatica opdrachten. 

Je werkt tijdens de timer alleen en in stilte.

Kom je er niet uit? 

Spiek dan bij Lektion 3 & 6 in het boek, jouw aantekeningenschrift 
 of gebruik jouw kennisoverzicht :)

Antwoorden startopdracht 1

Antwoorden startopdracht 3

De vertalingen van de zinnen kun je in het boek vinden bij Lektion 3 (op blz. 128) en Lektion 6 (op blz. 129)

Programm: 

Aufgaben machen 

Pause

Wiederholung Grammatik 

Lernen 

Übungstest machen :) 

Ga naar blz. 116 in het boek

Opdracht 2 is een woordenschatopdracht (lektion 5)  

Je kunt gebruik maken van blz. 128

Je mag zacht over de opdrachten overleggen. 

Klaar? 

Maak opdracht 8 op blz. 119

Opdracht 2 

Opdracht 8 

Oefenen met zinnen :) 

Maak opdracht 1 & 2 op blz. 122

Je hebt hiervoor de redemittel (zinnen) van Lektion 3 & 6 
(blz. 127 & 129) nodig. 

Je werkt in stilte. 

Klaar? Maak opdracht 3 op blz. 123 
Hiervoor heb je de Redemittel (zinnen van Lektion 6 blz. 129 nodig) 

Opdracht 1

Opdracht 2 

Nachschauen Hausaufgaben

Aufgaben machen (Kapitel 3)

Pause

Wiederholung Grammatik

Lernen

Übungstest machen :) 

Neem de aantekening over :)

Uhr	uur
halb	half
Minuten	minuten
Viertel vor	kwart voor
Viertel nach	kwart over
vor	voor
nach	over

Het bezittelijk voornaamwoord

mein	mijn
dein	jouw
sein	zijn
ihr	haar
unser	onze
euer	(van) jullie
ihr/Ihr	hun/uw

M	x
V	e
O	x
MV	e

 Regelmatige werkwoorden met stam op -d of -t

Stappenplan:                                              Ezelsbruggetje: 
1) maak de stam = werkwoord - en 

2) schrijf de stam op

3) welke persoon is het? 

4) plak de juiste uitgang achter de stam

 

ich	e
du	e st
er/sie/es	e t
wir	en
ihr	e t
sie/Sie	en

Aantekening:  de datum in het Duits. 

1. in = im 

2. op = am 

3. In het Duits schrijf je achter het getal van de datum een punt.

In april is mijn verjaardag = Im April habe ich Geburtstag.

Ik ben op 4 april jarig = Ich habe am 4. April Geburtstag.

Opdracht maken: maak opdracht 11 (blz. 120 in het boek) 

Oefentoets, leren of vragen noter

Kies uit: 

1. Je kunt leren 

2. de oefentoets van Kapitel 3 maken. 

3. Je kunt ook vragen noteren die jij volgende week aan mevrouw Schuffelen kunt stellen. 

Let op je werkt in stilte! 

Voor de volgende les: 

Leren:  Proefwerk Kapitel 3