theorie leesvaardigheid klas 3

theorie leesvaardigheid
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

theorie leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen leesvaardigheid
Ik weet wat het onderwerp van een tekst
Ik weet wat de functie is van een titel en tussenkoppen.  
Ik weet hoe een goede tekst is opgebouwd: inleiding, middenstuk, slot.
Ik kan het tekstgeraamte van een tekst vinden: titel, inleiding, kernzinnen kern en slot.  
Ik weet hoe een alinea (kernzin, uitleg, voorbeelden is opgebouwd en ik kan de kernzin bepalen van een alinea.
Ik herken de verwijswoorden.
Ik weet het verschil tussen feiten en meningen.
Ik weet wat de bronvermelding is
Ik kan de hoofdgedachte bepalen.
Ik ken de functies van een inleiding, kern en slot
Ik herken de volgende tekstverbanden en signaalwoorden: opsomming, tegenstelling, oorzaak-gevolg, reden, voorbeeld/uitleg, conclusie en samenvatting
Ik weet hoe ik moet citeren
ik weet wat de leesdoelen zijn

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 3 - Tekstslide

wat is het onderwerp van deze tekst?
waar kijk je naar?
titel/ plaatje/tussenkopjes
hoofdgedachte bepalen

onderwerp = zinsdeel
hoofdgedachte = zin

Wat wil de schrijver mij vertellen over..?

VOORBEELD
onderwerp = brommerrijbewijs

hoofdgedachte: Wat wil de schrijver mij vertellen over het brommerrijbewijs

antwoord: Een nieuw rijbewijs voor bromfietsers moet zorgen voor minder verkeersslachtoffers onder jongeren tussen de 15 en 17 jaar.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede hoofdgedachte bij een tekst over overstromingen?
A
Overstromingen zorgen voor een natuurverschijnsel waarmee we in Nederland vaker te maken mee krijgen.
B
Krijgen we in Nederland in de toekomst vaker te maken met overstromingen?
C
Overstromingen de komende tijd in Nederland
D
Overstromingen zijn net als aardbevingen een natuurverschijnsel waar Nederland, naast andere problemen mee te maken krijgt.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

functie titel en tussenkopje
titel is de 'naam' van een tekst
geeft vaak aan waar tekst over gaat (zakelijke titel)
onderwerp
voorkennis activeren
tussenkopjes
verdeelt langere teksten in overzichtelijke stukken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tips

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sam (14) loopt de trap op. Boven aangekomen merkt hij dat de overloop een glazen vloer heeft: hij kan zo acht verdiepingen naar beneden kijken. Sam verstart en begint vreselijk te zweten.
A
samenvatting
B
anekdote
C
deskundige
D
voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wezenberg van SWOV heeft onderzoek gedaan naar het aantal verkeersslachtoffers onder jongeren.
A
samenvatting
B
voorbeeld
C
deskundige
D
aanleiding

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onlangs verscheen een rapport van de Gezondheidsraad over roken door jongeren.
A
deskundige
B
voorbeeld
C
centrale vraag
D
aanleiding

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij dat ook wel eens? Dat je een bepaalde beweging of geluid moet maken, dat het niet tegen te houden is? Bijvoorbeeld knipperen met je ogen, of je keel schrapen?
A
voorbeeld
B
deskundige
C
aanleiding
D
centrale vraag

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

verwijswoorden
  • verwijzen naar woorden/ woordgroepen/zinnen
  • worden gebruikt om tekst vlotter te maken
  • als je verwijswoorden herkent en ziet waar ze naar verwijzen --> doorzie je de zinsopbouw goed

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daardoor wordt er een generatie verkeersdeelnemers gekweekt zonder ervaring. Dat zal mogelijk toch weer leiden tot extra slachtoffers.
Waar verwijst DAT naar?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

tekstverbanden
je brengt verband tussen:
zinnen
alinea's

ken je signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben te laat, omdat ik wilde uitslapen.
A
oorzaak-tegenstelling
B
voorbeeld
C
reden
D
opsomming

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

opsomming

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

tegenstelling

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De jongens houden van series, zo kijken ze naar Breaking Bad, Vikings en Friends.
A
reden
B
oorzaak-gevolg
C
voorbeeld
D
tegenstelling

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

feiten en meningen in teksten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een 16-jarige die zijn papiertje haalt, voelt zich daarna de king of the road.
A
feit
B
mening

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het ministerie gaat uit van vier lessen en een examen op de openbare weg.
A
objectief
B
subjectief

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bron
onderaan de tekst
vaak krant of tijdschrift
publiek bepalen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

citeren
letterlijk overnemen uit de tekst
scheelt schrijfwerk
Eerste twee (...) laatste woorden.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tekstdoelen
  1. informeren
  2. overtuigen
  3. activeren
  4. amuseren

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies