23. Thema 4 - week 2 - les 5 Monniken, haviken .......


1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


Slide 1 - Open vraag


Slide 2 - Open vraag

Wat valt je op aan het
volgende woord: monniken

Slide 3 - Open vraag

Welke woorden zoals "monniken"
ken jij nog meer?

Slide 4 - Woordweb

spelling
Ik leer meervouden die eindigen op -esen, -elen en -iken correct schrijven

Slide 5 - Tekstslide

 De stomme e
Hoor je /un/, /ur/, /ul/, /um/ of /us/ aan het eind van een woord? Dan schrijf je en, er, el, em of e. Je hoort /u/, maar je schrijft e. Die letter e heet: stomme e.

Luiwammes -  hoort luiwammus -  meervoud luiwammesen

Slide 6 - Tekstslide

In woorden als perzik, havik en monnik valt de klemtoon niet op het stukje ~ik.
Daarom schrijf je het meervoud met één k: 
perziken, haviken, monniken.

Dat geldt ook voor woorden op ~erik: slimmeriken, leeuweriken.

Slide 7 - Tekstslide


Slide 8 - Open vraag


Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide


Slide 11 - Open vraag


Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide


Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag


Slide 16 - Open vraag

Niet één dreumes, maar zes .....

Slide 17 - Open vraag

flauwerik – strik – perzik - havik
Welk woord krijgt wel een dubbele medeklinker in het meervoud?
A
flauwerik
B
strik
C
perzik
D
havik

Slide 18 - Quizvraag

OEFENDICTEE

Slide 19 - Tekstslide

woord 1
de .............

Slide 20 - Open vraag

woord 2
de .............

Slide 21 - Open vraag

woord 3
de .............

Slide 22 - Open vraag

woord 4
twee .............

Slide 23 - Open vraag

woord 4
twee .......
een lobbes
een goedaardige sukkel

Slide 24 - Open vraag

spelling
 Thema 4, week 2
Les 6

OPGAVE 2 en 3
15 x plussen

Slide 25 - Tekstslide