In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Open vraag
Slide 2 - Open vraag
Wat valt je op aan het volgende woord: monniken
Slide 3 - Open vraag
Welke woorden zoals "monniken" ken jij nog meer?
Slide 4 - Woordweb
spelling
Ik leer meervouden die eindigen op -esen, -elen en -iken correct schrijven
Slide 5 - Tekstslide
De stomme e
Hoor je /un/, /ur/, /ul/, /um/ of /us/ aan het eind van een woord? Dan schrijf je en, er, el, em of e. Je hoort /u/, maar je schrijft e. Die letter e heet: stomme e.
Luiwammes- hoort luiwammus - meervoud luiwammesen
Slide 6 - Tekstslide
In woorden als perzik, havik en monnik valt de klemtoon niet op het stukje ~ik.
Daarom schrijf je het meervoud met één k:
perziken, haviken, monniken.
Dat geldt ook voor woorden op ~erik: slimmeriken, leeuweriken.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Open vraag
Niet één dreumes, maar zes .....
Slide 17 - Open vraag
flauwerik – strik – perzik - havik Welk woord krijgt wel een dubbele medeklinker in het meervoud?