Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica zinsdelen lv
Zinsdelen:
lijdend voorwerp
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Zinsdelen:
lijdend voorwerp
Slide 1 - Tekstslide
Je weet al
hoe je de persoonsvorm kunt vinden
hoe je de zin moet verdelen in zinsdelen
hoe je het onderwerp kunt vinden
hoe je het werkwoordelijk gezegde kunt vinden
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
weten hoe je een lijdend voorwerp in een zin moet vinden.
een lijdend voorwerp in een zin kunnen vinden.
Slide 3 - Tekstslide
Zo vind je het lijdend voorwerp:
1. Noteer eerst onderwerp (ow) en werkwoordelijk gezegde (wg).
2. Stel dan de vraag: wat/wie + onderwerp + werkwoordelijk gezegde?
Het antwoord op die vraag is het
lijdend voorwerp
.
Slide 4 - Tekstslide
voorbeeld:
Tom leest een mooi boek in zijn vrije tijd.
1. onderwerp: Tom
werkwoordelijk gezegde: leest
2. Wat leest Tom in zijn vrije tijd?
antwoord:
een mooi boek
->
het lijdend voorwerp
Slide 5 - Tekstslide
voorbeeld: (noteer in je schrift)
Wij hebben een groot groentepakket van de buren gekregen.
1. onderwerp:
werkwoordelijk gezegde:
2: Wie/wat + onderwerp + werkwoordelijk gezegde?
Slide 6 - Tekstslide
Wij hebben een groot groentepakket van de buren gekregen.
1. onderwerp:
wij
werkwoordelijk gezegde:
hebben gekregen
2: Wie/wat + onderwerp + werkwoordelijk gezegde?
Wie/wat hebben wij gekregen?
->
een groot groentepakket
Slide 7 - Tekstslide
De postbode | gaf | het pakketje | aan de buren.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
gaf
B
de postbode
C
het pakketje
D
aan de buren
Slide 8 - Quizvraag
Laura | heeft | haar huiswerk | toch | gemaakt.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Laura
B
haar huiswerk
C
toch
D
heeft gemaakt
Slide 9 - Quizvraag
Hebben | jullie vrienden | ook | een dure vakantie | geboekt | via die site?
Wat is het lijdend voorwerp?
A
jullie vrienden
B
via die site
C
een dure vakantie
D
hebben geboekt
Slide 10 - Quizvraag
Welke vraag kun je stellen om het lijdend voorwerp te vinden?
Slide 11 - Open vraag
Klopt dit?
In een zin zit altijd een lijdend voorwerp.
A
nee
B
ja
Slide 12 - Quizvraag
Noteer van deze zin:
pv. ow. wg. lv. (lijdend voorwerp)
Ik heb een mooie bos bloemen gekregen.
Slide 13 - Open vraag
Noteer van deze zin:
pv. ow. wg. lv. (lijdend voorwerp)
Klas 1G maakt donderdag een MenM-toets.
Slide 14 - Open vraag
Aan de slag!
Boek Nieuw Nederlands blz. 106/107
Opdracht 1
Noteer: pv, ow, wg en lv
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
NN6 1TH H4 Taalverzorging Lijdend voorwerp
Januari 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Les 2_H.4 Formuleren_en H.4 Gram. Lijdend voorwerp_1mh
Maart 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Gezegde + Lijdend voorwerp
Februari 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
WWG en NWG
Maart 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
zaterdag 14 oktober 2023
Oktober 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
zaterdag 14 oktober 2023 (inleiding slot - lijdend voorwerp - toets)
September 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
WWG en NWG
Januari 2021
- Les met
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs