Blokuur 3 (afronden)

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Startklaar

       

      Telefoon in het zakkie 

      Laptop dicht op tafel 
       Map en pen op tafel

       

      

Welkom bij wiskunde!

Unit 3: Een Continent Doorklieven

Learner Profile: Knowledgeable

ATL: Information literacy, Communication

Related concepts: Approximation, Representation

Key concept: Logic

Programma

• Samenvatting vorige les + aanvulling
• Opdracht
  
• Uitleg over afronden
• Tijd voor huiswerk

Overzicht periode 3

Week 1	Week 2	Week 3	Week 4	Week 5	Week 6	Week 7
Inschatten	Decimalen	Eenheden	Instrumenten	Percentages	Grafieken	W'schappelijke notatie

Samenvatting

• Een interval is als een stuk van de getallenlijn. Het zijn alle getallen tussen een minimum en een maximum
• Je kunt intervallen op verschillende manieren noteren. Zo kun je bijvoorbeeld het interval van 10 tot 50 noteren als:

1. (10,50)         (minimum, maximum)
2. 10 < n < 50
   (alles dat groter is dan de minimum en kleiner dan de maximum)
3. 35±15          (het middelste getal, en hoeveel groter/kleiner ook mag)

Intervallen (aanvulling)           

Als we zeggen "kies een getal tussen 1 en 10" is dat vaak niet duidelijk:

• mag je 1 of 10 ook kiezen?
• mag je vier-en-een-half ook kiezen?

Bij intervallen geldt:

• We maken duidelijk of de minimum/maximum mogen
  [1,10] : ja, 1 en 10 doen mee. (1,10) : nee, ze doen niet mee. [1,10) of (1,10]...
  
• Het gaat om alle getallen tussen de min en de max, tenzij...
  dat nergens op zou slaan

Opdracht

•  Ga zo snel mogelijk achterin de klas staan in volgorde van leeftijd, met de oudste persoon bij de ramen en de jongste bij de kast.
• Wat gebeurde er? Hoe pakten jullie dit aan?
• We gaan zo snel mogelijk een lijst maken van iedereen in volgorde van hoe ver ze van school wonen. Je mag hier Google
  Maps voor gebruiken op je laptop.

Afronden

• Naar beneden afronden is het kleiner maken van een getal zodat het simpeler wordt
  
• Naar boven afronden is het groter maken van een getal "
• Afronden is het veranderen van een getal in simpeler getal met een zo klein mogelijk verschil.
• 217 afgerond naar tientallen wordt 220
• 217 afgerond naar honderdtallen wordt 200

Als je 283 afrond naar
tientallen krijg je

1. 2830
2. 280
3. 300
4. 290

Als je 350 afrond naar
honderdtallen krijg je

1. 100
2. 300
3. 400
4. 35

Als je 400 350 afrond naar
miljoenen krijg je

1. 0
2. 400 000
3. 1 000 000
4. dat kan niet

Welk interval is anders?

1. (3, 9)
2. 3±9
3. 3 < x < 9
4. 6±3

Reflectie

• Herkende je  de theorie van vorige keer nog?
• Zou je iemand anders kunnen vertellen wat je vandaag geleerd hebt?
• Denk je dat je volgende les nog zult weten wat je vandaag geleerd hebt?

Huiswerk