Schrijfvaardigheid no.2

Schrijfvaardigheid 2
Indeling van een brief
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid 2
Indeling van een brief

Slide 1 - Tekstslide

schrijfvaardigheid
Hieronder vind je het schema van een informele (persoonlijke) brief:
                       1. Datum
                      2. Aanhef
                      3. Tekst
                      4. Afsluiting
                      5. Afzender

Slide 2 - Tekstslide

datum :
Let op:
- Voor een datum komt altijd "le"
Noteer de dag en het jaartal in cijfers. Gebruik hoofdtelwoorden, behalve bij de eerste van de maand. 1 wordt '1er' (= premier)
- Na de plaatsnaam volgt een KOMMA en achter het jaartal komt geen PUNT.
Lyon, le 14 juillet 2006

Slide 3 - Tekstslide

aanhef:
Aan een vriend of vriendin:
  • Cher / chère + naam,
  • Chers amis,
  • Mon chéri, ma chérie, ...
Aan een kennis:
  • Cher monsieur / Chère madame + achternaam,

Slide 4 - Tekstslide

tekst: enkele tips
- Gebruik TU voor mensen die je goed kent.
Als je naar een (vage) kennis schrijft, gebruik je VOUS.

- Enkele openingszinnen:
Merci beaucoup de la lettre amusante que je viens de recevoir.
Je m’excuse de ne pas t’avoir écrit depuis si longtemps.
D’abord je voudrais te souhaiter bon anniversaire.

Slide 5 - Tekstslide

tekst: enkele tips
- Vragen stellen:
Maak gebruik van constructies die je ook in de spreektaal gebruikt.
Voorbeeld: Tu viendras aussi à mon anniversaire?
Of gebruik EST-CE QUE: Pourquoi est-ce que tu n’as pas encore répondu à ma lettre?

Slide 6 - Tekstslide

tekst: enkele tips
- Woordenboek: Gebruik woorden die in het woordenboek gevolgd worden door de afkorting: inf. (informeel) of péj. (pejoratief), maar wees voorzichtig bij woorden met de afkorting vulg. (vulgair, plat)

- Enkele slotzinnen:
Ecris-moi vite.
Bonjour à tes parents.

Slide 7 - Tekstslide

afsluiting en afzender:
Afsluiting:
Enkele voorbeelden:


Afzender:
Voornaam (+ achternaam)

Bien amicalement.
Je t’embrasse.
Je vous embrasse.
Bon baisers.
Grosses bises.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 

Expression écrite
Let op :
- accenten, leestekens
- wel / geen hoofdletters

Slide 9 - Tekstslide


Informeel, standaardaanhef voor een vriend:
Beste Jan,

Slide 10 - Open vraag


Informeel, standaardaanhef voor je ouders:
Beste mama, 

Slide 11 - Open vraag


Zeer informeel, standaardaanhef voor een vriend:
Hoi Daniel,

Slide 12 - Open vraag


Zeer informeel, aanhef voor een naaste persoon:
Mijn lief ... / Lieverd ... [+ vrouw]

Slide 13 - Open vraag


Zeer informeel, aanhef voor een naaste persoon:
Mijn lief ... / Lieverd ... [+ man],

Slide 14 - Open vraag


Antwoord bij een briefwisseling:
Hartelijk dank voor jouw brief.

Slide 15 - Open vraag


Antwoord bij een briefwisseling:
Hartelijk dank voor uw brief.

Slide 16 - Open vraag


Antwoord bij een briefwisseling:
Ik vond het erg leuk van jou te horen.

Slide 17 - Open vraag

Opdracht 

Expression écrite
Zet op volgorde.

Slide 18 - Tekstslide

Bridg
1
2
3
4
5
6
7
8
une très bonne soirée.
mais j'espère que vous passerez
Et si nous nous retrouvions le samedi suivant
de manquer votre fête
pour un barbecue,
Je suis vraiment désolée
ce serait une bonne idée, qu'en penses-tu?
J'attends votre coup de fil.
Amitiés

Slide 19 - Sleepvraag

1
2
3
4
5
6
Cher Alain,
Merci pour ton invitation
à la soirée de Lucile. Malheureusement je ne pourrai pas venir.
C'est l'anniversaire de Julien également
et nous sommes invités au restaurant
ce soir-là. Quel dommage !

Slide 20 - Sleepvraag

Opdracht 

Expression écrite
Lees het volgende bericht:

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide


Om welke uitnodiging gaat het hier?

A
verjaardag van Lucile
B
verjaardag van Julien
C
verjaardag van Alain
D
verjaardag van Bridg

Slide 23 - Quizvraag


Ze kunnen niet omdat:
A
ze moeten werken
B
ze een andere verjaardag hebben
C
ze een barbecue hebben

Slide 24 - Quizvraag


Gaan ze in op de uitnodiging?

A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Een brief schrijven:
Je gaat een kort briefje schrijven aan iemand die je goed kent.
Werk volgens het stappenplan.

Dit briefje zet je in een word/pdf document en lever je in op itslearning:
schrijfvaardigheid: opdracht 2

Slide 26 - Tekstslide

  1. Je schrijft naar een vriend / vriendin. Begroet deze.
  2. Je vertelt dat je op vakantie bent geweest : die was super leuk.
  3. Je bent naar Belgie geweest en er was veel zon. Bijna 35 graden, een beetje te warm...
  4. Vraag of hij/zij al plannen heeft voor zaterdag.
  5. Maak een afspraak voor zaterdagavond. Een feest ter ere van jouw verjaardag, vanaf 20.30 uur?
  6. Vraag om jou snel terug te schrijven.
  7. Eindig met "Liefs". 
  8. Vergeet niet je eigen naam te vermelden.

Slide 27 - Tekstslide

De korte brief van opdracht 2:
Check alle stappen voor je het opstuurt naar je docent.

Dit briefje zet je in een word/pdf document en lever je in via itslearning:
schrijfopdracht: opdracht 2

Slide 28 - Tekstslide