In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets GS WOII
Slide 1 - Tekstslide
Waar vond D-Day plaats?
A
Nederland
B
Noorwegen
C
Belgie
D
Normandie
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor overgave?
A
Kotsen
B
Catipuleren
C
Capituleren
D
Mobiliseren
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor de moord op de 6 miljoen Joden?
A
Geschiedenis
B
Halogeen
C
Holocaust
D
Holokaust
Slide 4 - Quizvraag
Kamp Westerbork was een concentratiekamp
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Het systematisch verwijderen en op transport zetten van Joden naar kampen noemen we deporteren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
In welk jaar werd Indonesie onafhankelijk?
A
1946
B
1947
C
1948
D
1949
Slide 7 - Quizvraag
➤Aanleiding Tweede Wereldoorlog in Europa.
A
Anschluss
B
Bezetting Sudetenland
C
Aanval op Tsjechië
D
Aanval op Polen
Slide 8 - Quizvraag
➤Wie was de leider van Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Churchill
B
Mussolini
C
Roosevelt
D
Stalin
Slide 9 - Quizvraag
➤Welke Nederlandse stad werd in het begin van de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Utrecht
Slide 10 - Quizvraag
Zet de 5 zinnen in de juiste volgorde. Begin bovenaan met wat het eerst was.
Nederland bood weerstand bij de Afsluitdijk
Nederland gaf zich over
Duitsland bombardeerde Rotterdam
Het Duitse leger viel Nederland binnen
De koningin vluchtte naar Engeland
Slide 11 - Sleepvraag
Sleep de namen naar de door Duitsland snel bezette landen in de 3 maanden 'blitzkrieg'
Noorwegen
Denemarken
Be
Ne
Lux
Frankrijk
Slide 12 - Sleepvraag
Als Japan in de Tweede Wereldoorlog Nederlands-Indië bezet, zien de Indiërs de Japanners eerst als bevrijders.
Waarom zagen de Indonesiërs de Japanners als bevrijders?
A
Omdat Japan de Indonesiërs zelfstandig maakte en de Nederlanders de soevereiniteitsoverdracht tekenden
B
Omdat Japan Europa bevrijd had en de Duitsers uit Indonesië weggejaagd had zodat Indonesië zelfstandig konden worden
C
Omdat Japan als Aziatisch land had laten zien van Europeanen te kunnen winnen
D
Omdat de bezetting een tijd van welvaart en vrede bracht in Indonesië
Slide 13 - Quizvraag
Zet de 5 zinnen in de juiste volgorde. Begin bovenaan met wat het eerst was.
Nadat Hitler aan de macht is gekomen, wil hij het Verdrag van Versailles terugdraaien
Hitler wordt gekozen tot minister-president
Duitsland verliest de Eerste Wereldoorlog
Hitler sluit zich aan bij de NSDAP
De ondertekening van het Verdrag van Versailles
Slide 14 - Sleepvraag
Welk begrip hoort bij deze afbeelding?
A
D-Day
B
Operatie Barbarossa
C
collaboreren
D
NSB
Slide 15 - Quizvraag
In de winter van 1944 stierven meer dan 20.000 Nederlanders, waar kwam dit door?
A
De gevechten in Arnhem waren enorm gewelddadig en hier vielen heel veel slachtoffers.
B
De nazi's wisten dat ze langzaam de oorlog aan het verliezen waren en wilde nog zoveel mogelijk Joodse mensen vermoorden.
C
Er was groot tekort aan voedsel en brandstoffen in het westen en noorden van Nederland, deze winter wordt de hongerwinter genoemd.
D
D-Day vond plaats op het strand bij Den Haag, hier woonde veel Nederlanders die het slachtoffer werden van de gevechten.
Slide 16 - Quizvraag
Hoe heet de leider van de NSB?
A
Adolf Hitler
B
Mark Rutte
C
Anton Mussert
D
Geert Wilders
Slide 17 - Quizvraag
Hoe noemen we de haat tegen Joden?
A
discriminatie
B
holocaust
C
antisemitisme
D
racisme
Slide 18 - Quizvraag
Deze vraag gaat over de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog:
1. Duitse legers overvielen het neutrale Nederland. 2. Geallieerde legers bevrijdden Zuid-Nederland. 3. Het Duitse leger in Nederland capituleerde. 4. In West-Nederland kwam een Hongerwinter. 5. In Londen vormde koningin Wilhelmina een regering in ballingschap.
Zet de cijfers in de juiste tijdsvolgorde:
A
1 --> 5 --> 2 --> 4 --> 3
B
1 --> 5 --> 4 --> 2 --> 3
C
1 --> 2 --> 5 --> 4 --> 3
D
4 --> 5 --> 2 --> 3 --> 1
Slide 19 - Quizvraag
Hoe wordt de Duitse tactiek aan het begin van de Tweede Wereldoorlog genoemd?
A
Von Schlieffenplan
B
Operatie Barbarossa
C
Blitzkrieg
D
Loopgravenoorlog
Slide 20 - Quizvraag
Duitsland heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog veel landen aangevallen, waaronder Frankrijk, Polen en de Sovjetunie. ➤Welke titel hoort bij de kaart van Europa?
A
Bondgenoten van Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog
B
Duitsland, bondgenoten en door Duitsland bezette gebieden
C
Landen die deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog
D
Lidstaten van de Geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog
Slide 21 - Quizvraag
Wanneer mengde de VS zich actief in WO II ?
A
Na de aanval op Pearl Harbour
B
Na de bezetting van Nederland
C
Na de inval in Polen
D
Na de landing in Normandie
Slide 22 - Quizvraag
Een bekend Nederlands doorvoerkamp was...
A
Mechelen
B
Sobibór
C
Auschwitz
D
Westerbork
Slide 23 - Quizvraag
Wat was het keerpunt van De Tweede Wereldoorlog?
A
D-Day
B
De aanval op Polen
C
Slag bij Stalingrad
D
Atoombom op Nagasaki
Slide 24 - Quizvraag
Wie was de leider van de Indonesische nationalisten?
A
Soeharno
B
Soekarno
C
Soukarno
D
Soekarna
Slide 25 - Quizvraag
Hoe denkt Nederland over Soekarno?
A
Goed, hij werkt samen met Nederland tegen Japan
B
Goed, hij is in dienst van Nederland
C
Slecht, hij is tegen Nederland en Japan
D
Slecht, Nederland ziet hem als verrader
Slide 26 - Quizvraag
Op welke twee Japanse steden gooien de Amerikanen atoombommen?
A
Tokyo en Nagasaki
B
Kyoto en Tokyo
C
Hiroshima en Nagasaki
D
Hiroshima en Tokyo
Slide 27 - Quizvraag
Met welke acties probeert Nederland het gezag te herstellen?