4.4 milieu

§4.4 En het milieu?
Vragen 4.3? 
inloggen Lesson-up
herhaling 4.3/ voorkennis 4.4
differentiatie uitleg 
uitleg 4.4
aan de slag
evaluatie. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

§4.4 En het milieu?
Vragen 4.3? 
inloggen Lesson-up
herhaling 4.3/ voorkennis 4.4
differentiatie uitleg 
uitleg 4.4
aan de slag
evaluatie. 

Slide 1 - Tekstslide

Een bedrijf heeft een computer gekocht voor
€ 1.200 die 6 jaar meegaat. De restwaarde is € 0. Wat is de jaarlijkse afschrijving?
A
Dat kun je zo niet berekenen
B
€ 1.200
C
€ 200
D
€ 300

Slide 2 - Quizvraag

Arbeidsproductiviteit
A
De productie per machine in een bepaalde tijd
B
De productie per bedrijf
C
De productie per werknemer in een bepaalde tijd
D
De totale productiecapaciteit van de fabriek

Slide 3 - Quizvraag

Is er op de afbeelding sprake van
mechanisatie of automatisering?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Arbeidsproductiviteit
D
Afschrijving

Slide 4 - Quizvraag

Wie vindt het milieu belangrijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Wie doet er thuis aan afval scheiden?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Op welke manier probeer jij rekening te houden met het milieu.

Slide 7 - Open vraag

Het diagram geeft een overzicht van de afvalproductie in een aantal landen in kilogram per persoon per jaar.
Uit het diagram kun je afleiden dat er in rijke landen meer afval wordt geproduceerd dan in armere landen. Kun je daarvoor een verklaring bedenken?

Slide 8 - Tekstslide

Verklaar waarom er in landen als VS en Nl meer afval per persoon geproduceerd wordt dan landen als Portugal en Tjechië

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag 4.4 
frangi, rick, fouaad, bo, koen, thomas mette =A

  • zelf theorie lezen blz 110 t/m 113
  • opdracht 51 t/m 63  maken 
  • zelf nakijken 
Tessa, Dyonne, kerolos, hugo, nikki, jordi, nick lucie = B

  • uitleg theorie bijwonen
  • opdracht 52, t/m 55 en 58 t/m 62 maken
  • zelf nakijken 
 
Noah, Jurjen, Felicia, Lizzy = C

  • uitleg theorie bijwonen
  • samen opdracht 52, 53, 58, 62 samen maken + bespreken,
  • zelf opdracht 59, 60 maken 
  • nakijken

Slide 10 - Tekstslide

Milieuschade
Alle negatieve gevolgen van ons GEDRAG voor het milieu noem je milieuschade.

Wie? --> consumenten (wij) en de producenten.

Hoe? --> vervuiling van lucht water en bodem, energieverbruik, verbruik van grondstoffen en afval.

Hoe kun je het beperken?
Minder stroom te verbruiken, verbruik van grondstoffen beperken of afval te verminderen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Duurzaam produceren =
produceren zonder schade voor mensen en het milieu

minder energie verbruiken
- behouden grondstof voorraden
minder luchtvervuiling 

Slide 14 - Tekstslide

Recyclen
Recycling hergebruik van materialen. 

  • Positieve effecten:
  1. Er hoeven minder grondstoffen uit de natuur te worden gehaald.
  2. Er hoeft minder afval te worden verbrand.

Welke materialen worden er gerecycled? 

Slide 15 - Tekstslide

Regels
De overheid heeft milieuregels opgesteld voor consumenten en bedrijven.

De vervuiler betaald!!!

Dat is niet altijd mogelijk......dus zal de overheid er voor zorgen dat de rommel/milieuschade wordt opgeruimd.

Dit opruimen wordt betaald door de gemeenten en dus de bewoners die belasting betalen.
Daarom heet dat maatschappelijke kosten.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden van maatschappelijke kosten; 
wie betaalt deze? 

Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie 4.4
  1. Je kunt voorbeelden geven van milieuschade.
  2. Je weet hoe we duurzaam kunnen produceren.
  3. Je weet waarom recycling goed voor het milieu is.
  4. Je kun uitleggen wat maatschappelijke kosten zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag 4.4 
A

  • zelf theorie lezen blz 110 t/m 113
  • opdracht 51 t/m 63  maken 
  • zelf nakijken 
B

  • uitleg theorie bijwonen
  • opdracht 52, t/m 55 en 58 t/m 62 maken
  • zelf nakijken 
 
C

  • uitleg theorie bijwonen
  • samen opdracht 52, 53, 58, 62 samen maken + bespreken,
  • zelf opdracht 59, 60 maken 
  • nakijken

Slide 19 - Tekstslide

Geef voorbeelden van schone energie:

Slide 20 - Woordweb

Rekenen

Slide 21 - Tekstslide