- Ik kan bij een tekst bepalen wat de tekstsoort, het tekstdoel en de tekstvorm is.
Slide 3 - Tekstslide
Les 1
6.12
Tekst samen lezen
- Verkennend lezen
- Grondig lezen
Slide 4 - Tekstslide
Les 2 & 3
Stillezen
Tekst 6.12 nogmaals samen lezen
Samen maken: opdrachten 1 + 2
Slide 5 - Tekstslide
Lezen
timer
10:00
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag
6.12:
3 + 4 maken (= huiswerk)
Slide 7 - Tekstslide
Les 4
Slide 8 - Tekstslide
Les 4
6.13: Teksten bekijken (opdracht 9)
Schrijf van elke tekst op wat de tekstsoort is, het tekstdoel en de tekstvorm. Gebruik de tekstsoorten informerende tekst, uitleggende tekst, overtuigende tekst en aansporende tekst.
Doe het zo: tekst: ... / tekstsoort: .../ tekstdoel: …
tekstvorm: …
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag
6.12:
3 + 4 maken (= huiswerk)
Slide 10 - Tekstslide
Les 5
6.13: opdracht 10.1
Stel je voor: jij bent de baas van een sushirestaurant. Je wilt dat jouw koks zich beter houden aan de hygiënevoorschriften. Schrijf een korte tekst voor een poster die je in de keuken gaat ophangen. De koks moeten hierop goed kunnen zien aan welke regels ze zich moeten houden. Gebruik de informatie uit de tekst.