Les 8-9 Nt2 lichaam en kleding/Meervouden

• Nederlands NT2
• Beroepsopleiding

Les 8 Nt2 lichaam en kleding/Meervouden

Opdracht

Schrijf in 35 woorden iets over op vakantie gaan.

Je schrijft bijvoorbeeld waar naar toe bent gegaan.

Je schrijft hoe je hebt gereisd; met het vliegtuig, met de boot, met de auto.

Regatta vakantie

Heb jij vakantie gehad?

Hoe heb jij je vakantie doorgebracht?

Woorden

Welke woorden ga jij gebruiken voor je opdracht?

Het lichaam

Woorden

Op de volgende slide zie je allemaal woorden, weet jij wat de betekenis is van deze woorden?

het lichaam

het hoofd

het haar

het gezicht

het oor

het oog

de neus

de mond

de wang

de lip

de tong

de tand

de nek

de hals

de arm

de pols de hand

de schouder

de elleboog

de vinger

de duim

de buist

de buik

de rug

de bil

de been

de voet

de teen

de knie

Wat doe je met je lichaam?

been

mond

hand

Kleding

Winkelen

Meervoud

enkelvoud

jas

rok

broek

jeans

blouse

overhemd

jurk

ring

schoen

sok

klas

school

vraag

meervoud