Grammatica herhaling

Grammatica herhaling
Avoir, être, ww -er, het bezittelijk voornaamwoord
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Grammatica herhaling
Avoir, être, ww -er, het bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Avoir

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is de betekenis van 'avoir'?
A
Hebben
B
Zijn

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal: ik heb

Slide 5 - Open vraag

Vertaal: wij hebben
A
Nous sommes
B
Nous avons
C
Vous avons

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal: Sylvie heeft

Slide 7 - Open vraag

Vertaal: jullie hebben
A
Nous avez
B
Vous sommes
C
Vous avez

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: hij heeft

Slide 9 - Open vraag

Vertaal: zij hebben

Slide 10 - Open vraag

Vertaal: jij hebt
A
Tu es
B
Tu as

Slide 11 - Quizvraag

Être

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Vertaal: jij bent

Slide 14 - Open vraag

Vertaal: wij zijn
A
Nous sont
B
Vous êtes
C
Nous sommes

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal: ik ben

Slide 16 - Open vraag

Vertaal: men is

Slide 17 - Open vraag

Vertaal: zij zijn
A
Ils/elles ont
B
Ils/elles sont

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal: jullie zijn

Slide 19 - Open vraag

De werkwoorden op -er
+ het bezittelijk voornaamwoord

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hoe maak je de stam?

Slide 22 - Open vraag

Wat is dus de stam van donner?

Slide 23 - Open vraag

Aimer
Houden van
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
Regelmatige werkwoorden op -er
in de présent.
aime
aiment
aimons
aime
aimes
aimez

Slide 24 - Sleepvraag

Vertaal: wij praten

Slide 25 - Open vraag

Vertaal: zij werken
A
Ils/elles travaillent
B
Ils/elles travaillont

Slide 26 - Quizvraag

Welke uitgang krijgt 'il/elle/on' ?
A
-es
B
-a
C
-e

Slide 27 - Quizvraag

Hoe bepaal je welke vorm je krijgt bij het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 28 - Open vraag

Geef alle vormen van
het mannelijk enkelvoud

Slide 29 - Woordweb

Geef alle vormen van
het meervoud

Slide 30 - Woordweb

Geef alle vormen van
het vrouwelijk enkelvoud

Slide 31 - Woordweb

Vertaal: mijn moeder
__________ mère (v)
A
mon mère
B
ma mère
C
mes mères

Slide 32 - Quizvraag

Vertaal: haar vader
______ père (m)

Slide 33 - Open vraag

Vertaal: hun katten
A
Leur chats
B
Leurs chats
C
Vos chats

Slide 34 - Quizvraag

C'est ta amie (v) ?
Wat is er fout aan deze zin?

Slide 35 - Open vraag

Vertaal: jouw idee
________ idée (v)
A
ta idée
B
ton idée

Slide 36 - Quizvraag

Vertaal: jullie boeken
__________ livres

Slide 37 - Open vraag

Vertaal: onze hond
__________ chien (m)
A
le chien
B
nos chien
C
notre chien

Slide 38 - Quizvraag

C'est tout!

Slide 39 - Tekstslide