Future (going to / will / shall)

Chapter 4 I Writing & Grammar
Mr. Zaki
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Chapter 4 I Writing & Grammar
Mr. Zaki

Slide 1 - Tekstslide

What are you going to do this weekend?

Slide 2 - Open vraag

Future - verschil
  • Als je zeker weet dat iets gaat gebeuren:
       will + hele werkwoord
      The sun is shining. The snowman will melt.

  • Om een aan te geven dat je iets van plan bent of iets            wilt  voorspellen: be going to
     I am going to the cinema this evening.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

will + not = WON'T

Slide 6 - Tekstslide

Chris _____ her grandmother tomorrow.
A
will visit
B
visits
C
shall visit
D
is going to visit

Slide 7 - Quizvraag

________ (open - I) the window?
A
Will I open
B
Am I going to open
C
Shall I open
D
Do I open

Slide 8 - Quizvraag

It _____ rain, so you don't need
to take an umbrella.
A
will
B
shan't
C
won't
D
is going to

Slide 9 - Quizvraag

I hope the weather _____ nice.
A
will be
B
is going to be
C
shall be

Slide 10 - Quizvraag

I _____ Brandon for dinner tonight.
A
I will meet
B
I am going to meet
C
I meeting
D
I shall meet

Slide 11 - Quizvraag