KT1: Kapitel 5: inleiding

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Kapitel 5

in der Schule

Doel:

Ik ken het verschil tussen du/Sie

Ik kan de werkwoorden haben en sein vervoegen

Ik maak kennis met de woorden van de Lernliste A

Ik weet wat een rangtelwoord is en hoe ik deze moet maken in het Duits

du of Sie?

Hoe zat het ook alweer?

die Tante

1. du
2. Sie

die Freundin (12 Jahre)

1. du
2. Sie

die Lehrerin

1. du
2. Sie

die Oma und der Opa

1. du
2. Sie

der Student

1. du
2. Sie

haben und sein

Hoe zat het ook alweer?

haben

ich habe

du hast

er/sie/es hat

wir haben

ihr habt

sie/Sie haben

sein

ich bin

du bist

er/sie/es ist

wir sind

ihr seid

sie/Sie sind

Ich _____ die erste Stunde Englisch

1. habe
2. hast
3. hat
4. habt

_____ du auch in Klasse KT1?

1. bin
2. habe
3. bist
4. hast

Das _____ unser Deutschlehrer

Die Kinder ______ heute Sport und Mathe

Lernliste A

die Zahlen

de getallen

Ken je de volgende getallen nog?

7

3

9

10

1

Rangtelwoord

Jij staat op nummer 1!

Hij staat op de 1e plaats?

Twee getallen: wat valt je op?

rangtelwoord

2 t/m 19 = getal + te

zwei + te = zweite

vanaf 20 = getal + ste

zwanzig + ste = zwanzigste

uitzonderingen!

eins = erste

drei = dritte

sieben = siebte

acht = achte

even checken

Maak een rangtelwoord:
2

Maak een rangtelwoord:
9

Maak een rangtelwoord:
29

Maak een rangtelwoord:
400

Maak een rangtelwoord:
3

evaluatie

Wat vind je nog lastig van de stof uit deze lessonup?